snelheid zonder belasting moet het pedaal volledig in-
getrapt worden terwijl de gashendel in de SNEL-positie
staat. Voor het maximale vermogen met een belaste
machine of tijdens het beklimmen van een helling moet
het motortoerental hoog gehouden worden door de gas-
hendel in de SNEL-stand te zetten en het tractiepedaal
gedeeltelijk in te trappen. Als het motortoerental gaat
dalen vanwege de belasting, moet de druk op het tractie-
pedaal geleidelijk teruggenomen worden totdat de
motorsnelheid toeneemt.
Laat de druk op het tractiepedaal afnemen en laat het
pedaal opkomen tot de middenpositie. Druk de
ACHTERUIT-kant van het pedaal in tijdens het
afdalen van afzonderlijk stijle hellingen, of plaats uw
voet zodanig dat u met uw tenen op de bovenkant
(VOORUIT) en met uw hak op de onderkant
(ACHTERUIT) van het tractiepedaal rust.
Afbeelding 10
1.
Verstelhendel stoel
2.
Verstelknop stoel
Snelheidselector (Afb. 11)—De nokhefboom naast het
tractiepedaal kan verzet worden om de gewenste snel-
heid vast te houden. De snelheid neemt af indien de
hefboom naar voor gezet wordt, en de snelheid neemt
toe indien de hefboom naar achter gehaald wordt.
As-versnellingshendel (Afb. 11)—Deze hendel, die
zich rechts op de console bevindt, kan gebruikt worden
om de voorwielaandrijving te selecteren. Om te
maaien trekt u de vergrendelknop uit en haalt u de
hendel naar achter. De hendel moet naar voor gezet
worden tijdens transport, waarna uw keuze met de
knop vegrendeld wordt. De middelste positie (N) is om
te slepen.
1.
Tractiepedaal
2.
Snelheidselector
3.
As-versnellingshendel
4.
Vergrendelknop
LET OP: De machine moet op een horizontaal
oppervlak staan met de remmen geactiveerd wanneer
de as van HOOG naar LAAG verzet wordt.
1.
Rempedalen
2.
Parkeerremvergrendeling
3.
Stuurwiel verstelhendel
Rempedalen (Afb. 12)—De twee rempedalen
linksonder bedienen onafhankelijk van elkaar de wiel-
remmen die helpen bij het sturen, parkeren, en om
meer grip te krijgen op hellingen. De vergrendelpin is
om te parkeren.
16
Afbeelding 11
Afbeelding 12