7. Wijzig de instellingen op de tabbladen. Deze instellingen zijn nu de
standaardinstellingen voor de printer.
8. Klik op OK om terug te gaan naar het tabblad Geavanceerd.
9. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het printerstuurprogramma te sluiten.
Zo wijzigt u de standaardinstellingen op Macintosch-
besturingssystemen:
Afhankelijk van de versie van het door u gebruikte Macintosh-besturingssysteem gebruikt u
het Apple Desktop Printer Utility, Afdrukbeheer of het Print Setup Utility om de
standaardinstellingen van het printerstuurprogramma te wijzigen.
NLWW
Het printerstuurprogramma gebruiken
61