1. Open de bovenklep.
2. Verwijder de inktpatroon.
Stel de inktpatroon niet langer dan enkele minuten bloot aan licht. U voorkomt zo
VOORZICHTIG
beschadiging van de patroon. Bedek de inktpatroon met een vel papier zolang deze zich
buiten de printer bevindt.
3. Til voorzichtig de registratieplaat op. Als u de voorste rand van het afdrukmateriaal kunt
4. Klap de registratieplaat voorzichtig omlaag nadat het vastzittende materiaal is
NLWW
zien, trekt u het materiaal voorzichtig naar het achterste gedeelte van de printer om het
te verwijderen.
Als het moeilijk is om het materiaal te verwijderen of als het zich reeds in het
uitvoergedeelte bevindt, verwijdert u het vastzittende materiaal zoals beschreven in
Papierstoringen verhelpen in de
verwijderd. Plaats de inktpatroon weer in de printer en sluit de bovenklep.
uitvoergebieden.
Storingen verhelpen
113