10.03) Reserveverwarmingsbron voor sanitair warm water
Stel in of het systeem een HWTBH (reservewarmwatertank-
verwarming) heeft.
10.04) Prioriteit voor reserveverwarmingsbronnen (HWTBH)
Stel de prioriteit van de HWTBH in ten opzichte van de AH-unit
(elektrische hulpverwarming in de binnenunit). Als de unit in
warmwatermodus werkt en de warmtepomp niet genoeg
stroom kan leveren, schakelt hij automatisch de AH of HWTBH
(met de hoogste prioriteit) in. Als na de werking van de AH of
HWTBH het totale uitgangsvermogen nog steeds niet hoog
genoeg is, schakelt het apparaat ook de reserveverwarmings-
bron met de laagste prioriteit in.
10.05) Gecumuleerde waarde voor het starten van de externe
verwarmingsbron
Gecumuleerde waarde tussen de bedrijfstijd en de ingestelde
temp. om andere verwarmingsbronnen te starten voor het
verwarmen.
Hiermee stelt u in hoe snel de reserveverwarmingsbronnen
voor verwarming worden ingeschakeld als de warmtepomp
niet genoeg vermogen kan leveren. Hoe hoger de waarde, hoe
langer het duurt om de reserveverwarmingsbronnen te starten
als de capaciteit van de warmtepomp niet voldoende is.
10.06) Interval voor het controleren van de
watertemperatuurstijging
Interval voor het controleren van de temperatuurstijging wan-
neer het toestel in de warmwatermodus werkt. Als de tempe-
ratuur tijdens het ingestelde interval te langzaam stijgt, zal het
toestel een andere verwarmingsbron voor het sanitair warm
water activeren. Hoe lager de waarde, hoe waarschijnlijker dat
het toestel de AH of HWTBH activeert voor een snelle verwar-
ming van het sanitair water.
Reserveverwarming voor sanitair water
Indien het systeem geen HWTBH heeft (ingesteld via parame-
ter 10.03), of de HWTBH een lagere prioriteit heeft dan de AH
(ingesteld via parameter 10.04):
•
Als de capaciteit van de warmtepomp niet voldoende is
om het warm water snel genoeg op te warmen, start het
toestel de AH. Als de AH na de start nog steeds niet snel
genoeg warm water kan leveren, start de HWTBH.
•
Wanneer de ingestelde en werkelijke watertemperatuur
hoger is dan de maximaal toegestane watertemperatuur
van de warmtepomp, stopt de warmtepomp en start
de unit de AH. Als na het starten van de AH de warmwa-
tertemperatuur nog steeds te langzaam stijgt, start de
HWTBH. Als het systeem een HWTBH heeft (ingesteld
via parameter 10.03), en de HWTBH een hogere prioriteit
heeft dan de AH (ingesteld via parameter 10.04):
Als het systeem een HWTBH heeft (ingesteld via parameter
10.03), en de HWTBH een hogere prioriteit heeft dan de AH
(ingesteld via parameter 10.04):
•
Wanneer de ingestelde en werkelijke watertemperatuur
hoger is dan de maximaal toegestane watertemperatuur
van de warmtepomp, werkt de HWTBH ALLEEN voor warm
water, terwijl de warmtepomp in de verwarmings- of koe-
lingsmodus werkt, afhankelijk van de vraag.
•
Wanneer de werkelijke watertemperatuur lager is dan de
maximaal toegestane watertemperatuur van de warmte-
pomp, werkt de warmtepomp in de warmwaterstand. Als
de capaciteit van de warmtepomp niet voldoende is om
het water snel genoeg op te warmen, start het toestel de
HWTBH. Als na de start van de HWTBH de warmwatertem-
peratuur nog steeds te langzaam stijgt, start de AH.
Bij prioriteitsverschuiving werken de AH of de AH+HWTBH
volgens parameter 3.08 samen met de warmtepomp om
sanitair warm water zo snel mogelijk op de ingestelde waarde
te brengen, zodat de warmtepomp zich daarna op de verwar-
mingsmodus kan concentreren.
10.07) Noodbediening
Wanneer de warmtepomp niet werkt, of de unit automatisch
het reserveverwarmingssysteem moet inschakelen.
Opmerking: als deze functie is geactiveerd, dient de
klant af en toe de goede werking van de warmtepomp te
controleren.
|
CUBE HP COMBI S
61