8.06) Instelling distributiesysteem
De unit is standaard ingesteld op een gemotoriseerde
3-wegklep in de unit, die verschillende stroomrichtingen
heeft voor sanitair warm water/koeling + verwarming.
Als de gebruiker sanitair warm water en verwarming op
hetzelfde distributiesysteem wil hebben, kan hij deze
parameter instellen op "Warm water + verwarming/koeling" .
Let op: Als het wordt ingesteld op 'Sanitair warm water
+ verwarmen/koelen', wordt de temperatuursensor
voor sanitair warm water (Tw) ook gebruikt voor de
regeling van de verwarmingsfunctie. Plaats hem op een
ideale plek in de warmwatertank.
8.07) Huidige instellingen opslaan
Deze parameter wordt door de installateur gebruikt om de
huidige instellingen op te slaan als "Installateurinstellingen",
zodat de klant de opgeslagen instellingen in het systeem kan
laden wanneer dat nodig is.
8.08) Opgeslagen instellingen laden
De opgeslagen "Installateurinstellingen" werden geladen
8.09) Fabrieksinstellingen terugzetten
Zet het hele systeem terug naar de fabrieksinstellingen.
Let op: Opgeslagen "Installateurinstellingen" worden gewist.
Let op: De meeste van de bovenstaande menu's en
parameters zijn alleen bedoeld voor de installateur. Ze
mogen alleen door de installateur of de professionele
klant worden afgesteld volgens de instructies van de
installateur, omdat er anders storingen in het toestel
kunnen optreden.
4.2.9. Modusinstellingen
9.01) Sanitair warm water
Stel in of het systeem een sanitair warm watercircuit heeft
of niet. Wanneer de unit in sanitair watermodus werkt, zal de
3-weg gemotoriseerde klep het water automatisch naar de
HWT leiden.
9.02) Verwarming
Stel in of het systeem een watercircuit voor huisverwarming
heeft of niet. Wanneer het apparaat in de verwarmingsmodus
werkt, zal de gemotoriseerde 3-wegklep het water automa-
tisch naar het verwarmingscircuit leiden.
9.03) Koeling
Stel in of het systeem een watercircuit heeft om het huis te
koelen of niet. Wanneer het apparaat in de koelingsmodus
werkt, zal de 3-weg gemotoriseerde klep het water automa-
tisch naar het koelcircuit leiden.
Let op: Aangezien de werking van het systeem in de warm-
water-, verwarmings- of koelstand sterk afhankelijk is van
het distributiesysteem, kunnen deze instellingen alleen op
installateursniveau worden gedaan, om de veiligheid van het
distributiesysteem te waarborgen.
9.04) Basisbedieningsmodus
Met deze parameter worden de basisbedieningsmodi ingesteld,
zoals "Watertemperatuurregeling" of "Kamertemperatuur-
regeling". Wanneer de "Basisbedieningsmodus" is geactiveerd,
neemt het apparaat de kamertemperatuur als controleobject.
Wanneer de "Basisbedieningsmodus" niet is geactiveerd, neemt
het toestel de watertemperatuur als controleobject. De ver-
warmings- of koelfunctie neemt standaard water als controle-
object. Wanneer echter een kamertemperatuursensor op het
apparaat is aangesloten en een nauwkeurigere regeling van de
kamertemperatuur op de plaats van de sensor gewenst is, kan de
modus "Kamertemperatuurregeling" worden geselecteerd.
Let op: Wanneer de modus
"Kamertemperatuurregeling" is geselecteerd, werkt
het systeem niet volgens de verwarmingscurvefunctie
en kan de werkelijke watertemperatuur aanzienlijk
schommelen.
9.05) Maximaal toegestane duur voor minimale
compressorsnelheid
Wanneer het vermogen van de unit hoger is dan de vraag,
wordt het toerental van de compressor verlaagd. Als de
compressor langer dan de via "Max. toegestane duur voor
minimale compressorsnelheid" ingestelde tijd continu op
minimumcompressortoerental heeft gewerkt, stopt de unit.
|
CUBE HP COMBI S
59