1.04) Temp. instellen voor koeling
Stel via deze parameter een ideale watertemperatuur voor
koeling in.
1.05) Functie verwarmingscurve
Stel in of de verwarmingscurvefunctie nodig is of niet.
Als de verwarmingscurvefunctie niet nodig is, zet 1.05 dan
op 'OFF' en dan kunt u een vaste watertemperatuur instellen
onder verwarmingsmodus via parameter 1.19 "Temp. voor
verwarming instellen"
1.06~1.15 De verwarmingscurve instellen
1.06) Omgevingstemperatuur. 1
1.07) Omgevingstemperatuur. 2
1.08) Omgevingstemperatuur. 3
1.09) Omgevingstemperatuur. 4
1.10) Omgevingstemperatuur. 5
1.11) Watertemp. A/Omgevingstemp. 1
1.12) Watertemp. B/Omgevingstemp. 2
1.13) Watertemp. C/Omgevingstemp. 3
1.14) Watertemp. D/Omgevingstemp. 4
1.15) Watertemp. E/Omgevingstemp. 5
Wanneer 1.05 = ON, kan de gebruiker een verwarmingscurve
instellen die past bij zijn huis, door de instellingen van
parameter 1.06~1.05 aan te passen
Parameters 1.06~1.10 worden gebruikt om 5 verschillende
omgevingstemperaturen in te stellen; terwijl parameters
1.11~1.15 worden gebruikt om 5 overeenkomstige ingestelde
watertemperaturen t.o.v. deze 5 omgevingstemperaturen in
te stellen.
Dan zal de regelaar een verwarmingscurve creëren
volgens deze instellingen, en proberen de ingestelde
watertemperatuur automatisch te bereiken volgens de
werkelijke omgevingstemperatuur.
TIPS :
De verwarmingscurve gaat uit van het feit dat hoe lager de
omgevingstemperatuur is, hoe hoger de temperatuur van
het water moet zijn. Deze verwarmingscurvefunctie kan de
warmtepompunit aan een hogere COP helpen en het huis
comfortabeler maken.
Aangezien het isolatieniveau van het huis en het koudegevoel
van mensen kunnen verschillen, is het mogelijk dat de in de
fabriek ingestelde curve niet het beste bij u past. U kunt een
curve instellen volgens uw behoefte.
Als u het te warm hebt, kunt u de instellingen van de
watertemperaturen (parameters 1.11~1.15), die overeenkomen
met de parameters van de omgevingstemperatuur
(1.06~1.10), verlagen. Heeft u het te koud, stel deze
instellingen dan iets hoger in. U kunt ook de instellingen voor
de omgevingstemperatuur aanpassen als u denkt dat de
fabrieksinstellingen niet perfect zijn voor uw behoeften.
1.16~1.18) Watertemp. Instelling aanpassingsfunctie
Deze drie parameters werken samen om een ideale
watertemperatuur te verkrijgen voor een ideale
kamertemperatuur. Wanneer deze functie AAN staat, zal het
apparaat de ingestelde watertemperatuur (een ingestelde
waarde of een berekende waarde via de verwarmingscurve)
aanpassen aan het verschil tussen de werkelijke
kamertemperatuur en de ideale kamertemperatuur.
1.16) Kamertemperatuureff ect op verwarmingscurve: Zet deze
functie aan of uit.
1.17) Ideale kamertemperatuur bij verwarming: Stel een ideale
kamertemperatuur in bij verwarming.
In kamertemperatuurregelingmodus is deze parameter ook
de ingestelde kamertemperatuur.
|
CUBE HP COMBI S
53