Noodnummers
Stap
voor
In het basisstation zijn 2 tot 3 (landspecifieke) noodnummers opgeslagen. Op
stap
de volgende geheugenposities kunt u nog 5 noodnummers invoeren. Op de
eerste is standaard het nummer van de Siemens Hotline opgeslagen. Deze
standaardinstelling kan worden overschreven.
Nieuw noodnummer instellen
1.
Met [
2.
Systeemcode intoetsen en met [OK] bevestigen.
3.
Met [
4.
[
] indrukken en met [
5.
Met [
6.
In dit vervolgmenu kunt u noodnummers ook wissen of controleren.
Nieuw noodnummer (maximaal 32 cijfers) intoetsen en [
7.
Met [
8.
In dit vervolgmenu kunt u ook een nummer uit het telefoonboek of een
nummer van uw netwerkaanbieder (indien van toepassing) overnemen als
noodnummer.
Noodnummer bellen wanneer doorkiezen is ingeschakeld of bij toestel-/
systeemblokkering
Wanneer doorkiezen is geactiveerd of wanneer het toestel is geblokkeerd,
wordt de displaytoets [NOODOPR] weergegeven. Zie de gebruiksaanwijzing
van uw handset.
Willekeurige toets of
1.
[NOODOPR] bevestigen.
2.
Noodnummer intoetsen.
3.
Standaardinstellingen herstellen
U kunt de standaardinstellingen – de instellingen waarmee de Gigaset wordt
geleverd – te allen tijde herstellen. Daarbij blijft de aanmelding van handsets
intact.
1.
Met [
2.
Spec. functie
Systeemcode (standaard 0000) intoetsen en met [OK] bevestigen.
3.
Met [
4.
Met [JA] bevestigen.
5.
24
indrukken voor keuzemenu.
] en [OK] selecteren:
'
] en [OK] selecteren:
] en [OK] selecteren:
] en [OK] selecteren:
D
indrukken voor keuzemenu.
] en [OK] selecteren:
→
Std.instelling
] en [OK] selecteren:
→
Service
Instellingen
→
Noodnummers
] bevestigen.
Nummer wijzigen
Invoer opslaan
.
indrukken.
→
Service
Instellingen
.
Reset alles
.
→
Veiligheid
.
<geen invoer>
.
.
'
] bevestigen.
→
Systeeminstell.
→