2. Schakel de computer (zie
Uw computer
WAARSCHUWINGEN:
Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de connector van de netwerkkabel uit de computer
verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen van het netwerkapparaat.
3. Verwijder alle stekkers van telefoonsnoeren en netwerkkabels uit de computer.
4. Druk op eventuele kaarten in de mediakaartlezer om ze uit te werpen.
5. Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.
6. Koppel alle op de computer aangesloten apparaten los van de computer.
WAARSCHUWINGEN:
Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij te verwijderen (zie
computer gaat werken.
7. Verwijder de batterij (zie
De batterij
8. Draai de computer om (bovenkant boven), klap het beeldscherm open en druk op de aan/uit-knop om het moederbord te aarden.
WAARSCHUWINGEN:
Raak een component pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van het chassis aan te raken,
zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe
een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
Terug naar inhoudsopgave
uitschakelen) en alle op de computer aangesloten apparaten uit.
verwijderen).
De batterij
verwijderen) voordat u in de