11.
Klik op [Submit].
De instellingen worden opgeslagen naar de printer, en de netwerk functie start opnieuw.
12.
Wanneer de printer offline gaat, zet de printer uit.
Uitzetten Van De Printer
13.
Verbindt de LAN kabel naar de netwerk interface verbinding op de printer.
14.
Sluit de LAN-kabel aan op de authenticatiepoort van een authenticatieschakelaar.
15.
Zet de printer aan. Druk op .
Aanzetten Van De Printer
16.
Controleer dat [READY TO PRINT] wordt weergegeven op het bediening paneel.
17.
Stel het IP adres van de printer en andere instellingen in volgens uw gebruiksomgeving.
594