HOOFDSTUK 3
3. Bevestig de hoeksensorarm aan de hoeksteun met een M6-bout, drie sluitringen, borgring en borgmoer
(raadpleeg Afbeelding 5 op pagina 21). De bouten bovenop de sensorbehuizing moeten in de groeven
bovenin de hoeksensorsteun glijden.
4. Draai de borgmoer stevig vast en draai hem vervolgens 1/4 slag los zodat de hoeksensor vrij kan draaien.
5. Zet de sensorbehuizing vast met de meegeleverde sluitringen en borgmoeren.
OPMERKING:
Controleer voor het monteren van de hoeksensorsteun op het werktuig, of de sensorschijf vrij kan
bewegen in de sensorbehuizing als de sensorarm wordt gedraaid. De driehoekige groeven in de
ring en behuizing moeten op een lijn liggen als het werktuig in de middenpositie is.
SCHIJFREGELING
1. Bevestig de hoeksensorsteun aan de montageplaat (zie Afbeelding 6 op pagina 22).
2. Draai de schijfpoot in de rechtuit-stand en richt de sensorarm recht naar achteren.
3. Slijp het draadeind op de vereiste lengte.
4. Omhul de sensorkabel met een beschermhuls om te voorkomen dat deze beklemd of beschadigd raakt.
AFBEELDING 6. Hoeksensor op schijfbebesturingssysteem
22
Installatiehandleiding SC1™/TC1 Side-shift werktuigbesturing