1.
Laat de buitenboordmotor zakken tot de verticale bedrijfsstand. Controleer eerst of alle
koelwaterinlaatopeningen onder water zijn.
2.
Open de ontluchtingsplug van de brandstoftank (in de vuldop) op brandstoftanks met handbediende
ontluchting.
3.
Knijp enkele keren in de benzinepompbal totdat deze hard aanvoelt.
4.
Zet de noodstopschakelaar op RUN (LOPEN). Zie hoofdstukAlgemene informatie ‑ Noodstopschakelaar.
5.
Schakel de buitenboordmotor in de stand neutraal (N).
6.
Vul het brandstofsysteem als volgt als een nieuwe motor voor de eerste maal wordt gestart, als een motor
zonder brandstof heeft gelopen of de brandstof is afgetapt:
a. Knijp in de benzinepompbal totdat deze hard aanvoelt.
BEDIENING
ob00347
ob00348
ob00349
ob00350
N
ob00351
32