Symptomen
Oorzaak
Ongelijkmatige maai-
Het product werkt te weinig uren per dag.
resultaten.
De instellingen voor de functie
zijn niet goed afgestemd op de indeling van
het werkgebied.
Vanwege de vorm van het werkgebied moet
Gebied 1-5 worden gebruikt, zodat het pro-
duct de weg naar alle afgelegen gebieden
vindt.
Het werkgebied is te groot.
Botte messen.
Lang gras ten opzichte van de ingestelde
maaihoogte.
Grasophoping bij de maaischijf of rond de
motoras.
6.6 Breuken in de lusdraad opsporen
Breuken in de lusdraad zijn meestal te wijten aan
onbedoelde fysieke beschadigingen van de draad,
bijvoorbeeld door het gebruik van een schop bij het
tuinieren. In landen met nachtvorst kan de draad ook
beschadigd raken door scherpe stenen die in de grond
bewegen. Breuken in de draad kunnen ook worden
veroorzaakt door overmatig strekken tijdens het
installeren.
De kabelisolatie kan worden beschadigd wanneer het
gras meteen na de installatie te kort wordt gemaaid.
Beschadigingen aan de isolatie zorgen soms pas weken
of maanden later voor problemen. Om dit te voorkomen,
moet u de eerste weken na het installeren altijd de
maximale maaihoogte selecteren en de maaihoogte
vervolgens elke tweede week een stap verlagen totdat
de gewenste maaihoogte is bereikt.
Een foutieve las in de lusdraad kan soms weken nadat
de las werd gemaakt voor problemen zorgen. Een
foutieve las kan onder meer worden veroorzaakt doordat
de koppeling niet stevig genoeg werd samengedrukt met
behulp van een tang of doordat een koppeling van een
mindere kwaliteit dan de originele koppeling werd
gebruikt. Controleer eerst alle bij u bekende lassen
voordat u verder gaat met de foutopsporing.
Een draadbreuk kan worden opgespoord door de
afstand van de lus waar de breuk kan zijn opgetreden
steeds te halveren, totdat er nog maar een kort stuk
draad over is.
52 - Probleemoplossing
Actie
Verleng de maaitijd. Zie
27 .
Tuindekking
Controleer de instellingen voor de functie
Tuindekking . Zie Tuindekking.
Gebruik
Gebied 1-5 om het product naar een
afgelegen gebied te sturen. Zie
dekking instellen op pagina 29 .
Probeer het werkgebied te verkleinen of de
werktijd te verlengen. Zie
27 .
Vervang alle messen. Zie
op pagina 37 .
Verhoog de maaihoogte en stel hem later
weer lager in.
Controleer of de maaischijf vrij en soepel
draait. Als dat niet het geval is, schroeft u de
maaischijf los en verwijdert u alle gras en
vreemde voorwerpen. Zie
nigen op pagina 36 .
De volgende methode werkt niet wanneer de
modus actief is. Zorg dat de ECO-modus eerst wordt
ECO-modus op pagina 28 .
uitgeschakeld. Zie
1.
Controleer of het indicatielampje in het laadstation
blauw knippert, wat een breuk in de
begrenzingslus aangeeft. Zie
laadstation op pagina 50 .
2.
Controleer of de aansluitingen van de
begrenzingsdraad naar het laadstation correct zijn
aangesloten en niet zijn beschadigd. Controleer of
het indicatielampje in het laadstation nog steeds
blauw knippert.
Schema op pagina
Functie Tuin-
Schema op pagina
Messen vervangen
De maaischijf rei-
ECO-
Indicatielampje in het
1427 - 005 - 05.01.2021