2.
Plaats het product 3 m / 9 ft. vanaf de
begrenzingsdraad, naar de begrenzingsdraad
gericht.
3.
Druk op de knop START.
4.
Controleer of het product de begrenzingsdraad
volgt naar het laadstation.
5.
Controleer of het product koppelt met het
laadstation.
6.
Wijzig de positie van het laadstation of de
begrenzingsdraad als het product niet koppelt met
Laadstation monteren op
het laadstation. Zie
pagina 21 en De begrenzingsdraad installeren op
pagina 22 .
3.12.3.3 De geleidingsdraad testen
Installatie > Vind laadstation > Test: Geleiding
1.
Kies
1-3 instellen .
2.
Plaats het product 3 m / 9 ft. vanaf de
geleidingsdraad, naar de geleidingsdraad gericht.
3.
Druk op de knop START.
4.
Controleer of het product de geleidingsdraad volgt
naar het laadstation.
5.
Controleer of het product koppelt met het
laadstation.
6.
Wijzig de positie van het laadstation of de
geleidingsdraad als het product niet koppelt met
Laadstation monteren op
het laadstation. Zie
pagina 21 en De geleidingsdraad installeren op
pagina 23 .
3.12.3.4 Tuindekking
Het product heeft GPS-ondersteunde navigatie
waarmee het product de meest optimale werking kan
kiezen.
Gebruik de functie
Tuindekking om de instellingen op
handmatig in te stellen.
De GPS-functie instellen
Installatie > Instellingen > Tuindekking in
1.
Selecteer
de app.
on/off om de GPS-functie in of uit te
2.
Selecteer
schakelen.
Let op:
Wanneer GPS-ondersteunde navigatie
is ingeschakeld, zal deze functie worden gebruikt
als er een GPS-service beschikbaar is. De GPS-
ondersteunde navigatie wordt ook gebruikt als
handmatige instellingen actief zijn. De handmatige
instellingen worden enkel gebruikt als er geen
GPS-service beschikbaar is.
Opslaan .
3.
Selecteer
Functie Tuindekking instellen
Tuindekking wordt gebruikt om het product te
De functie
geleiden naar verafgelegen delen van het werkgebied.
Als het werkgebied afgelegen delen bevat die met
1427 - 005 - 05.01.2021
smalle doorgangen met elkaar zijn verbonden, is de
functie
Tuindekking handig om een goed gemaaid
gazon te houden in alle delen van de tuin. U kunt
maximaal afgelegen gebieden instellen waar het product
het gazon begint te maaien.
Tuindekking volgt het product eerst de
Met de functie
geleidingsdraad, om deze vervolgens na een bepaalde
afstand te verlaten om het gazon te gaan maaien.
Gebied A, ongeveer 50%
Gebied B, ongeveer 30%
Gebied C, ongeveer 20%
A
Elk gebied kan worden ingeschakeld/uitgeschakeld
zonder dat de instellingen opnieuw moeten worden
ingevoerd.
Instellingen > Installatie > Tuindekking in
1.
Selecteer
de app.
on/off om de GPS-functie voor het
2.
Selecteer
instellen van de
Tuindekking uit te schakelen.
Gebied 1-5 om het gebied te
3.
Selecteer on/off
activeren.
4.
Verplaats de horizontale balk om in te stellen
welke draad het product volgt. Het product kan
Begrenzingsdraad links , Begrenzingsdraad rechts
of een van de geleidingsdraden volgen.
5.
Verplaats de horizontale balk om de afstand in te
stellen waarover het product de draad moet
volgen. Het product verlaat vervolgens de draad
en begint het gazon te maaien. Zie
het laadstation meten op pagina 30 .
6.
Verplaats de horizontale balk om in te stellen hoe
vaak het product naar elk gebied gaat. Alle andere
keren begint het product dicht bij het laadstation te
maaien. Het percentage is gelijk aan het
percentage van het gebied ten opzichte van het
volledige werkgebied.
a)
Meet het gebied.
C
B
De afstand van
Installatie - 29