Nederlands
4 Producten en toebehoren
4.1 Beschrijving (zie fig. 1-9):
1 : Voetventiel met zuigkorf
(maximale doorlaatdiameter 1 mm)
2 : Afsluiter; zuigzijde
3 : Afsluiter; perszijde
4 : Terugslagklep
5 : Inlaat-/ontluchtingsschroef
6 : Aftapschroef
7 : Buishouder
8 : Zuigkorf
9 : Container voor navoeding
10 : Leidingwaternet
11 : Schakelaar, scheidingsschakelversterker met
zekeringen
12 : Kraan
13 : Sokkel
14 : Druksensor
15 : Membraandrukvat
16 : Afsluiter voor membraandrukvat
17 : Rode LED
18 : Groene LED
19 : Potentiometer
20 : Aansluitklem
21 : Droogloopbeveiliging
HA : Maximale aanzuighoogte
HC : Minimale toevoerhoogte
4.2 De pomp
Horizontale centrifugaalpomp.
Meertraps, niet zelfaanzuigend.
Aanzuig-/uitlaatopeningen met schroefdraad.
Axiale aanzuiging, radiale uitlaat naar boven.
Afdichting aan de asdoorlaat door genormeerde
mechanische afdichting.
4.3 De motor met frequentie-omvormer
Driefasige draaistroommotor, tweepolig, met
frequentie-omvormer.
Beschermingsklasse: IP 54.
Isolatieklasse: F
Bedrijfsspanningen en -frequenties
Frequentie
Spanningen
4.4 Toebehoren (optioneel)
• Aanzuigkit
• Afsluitinrichting
• Membraandrukvat
• Voorcontainer
• Terugslagklep
• Voetventiel met zuigkorf
• Compensator
• Droogloopbeveiliging (tapwaternet)
(zie fig. 5, pos. 21)
• Regelkit druksensor (nauwkeurigheid sensor:
# 1 %; gebruik tussen 30% en 100% van het
leesbereik).
44
50 Hz
60 Hz
1 ~ 230 V (± 10 %)
1 ~ 220 V (± 6 %)
5 Opstelling
Twee soorten:
• Zie fig 1: zuigbedrijf.
• Zie fig. 2: toevoerbedrijf uit navoedingcontainer
(pos. 9) of tapwaternet (pos. 10).
5.1 Opstelling
Zet de pomp op een goed toegankelijke plek die
tegen invloeden van buitenaf beschermd is (ster-
ke regen of zoninstraling, vorst) en zich zo dicht
mogelijk bij het aftappunt bevindt.
Plaats de pomp op een sokkel (pos. 13) of direct
op een effen, vlakke ondergrond. Bevestiging van
de pomp via twee gaten voor bouten met Ø M8.
Let erop dat de opstellingshoogte en de
OPGELET!
temperatuur van de vloeistof het aan-
zuiggedrag van de pomp beïnvloeden.
Hoogte- Hoogteverlies
Temperatuur Hoogteverlies
meter
0,00 m 0,00 mCL
20°C
500 m 0,60 mCL
30°C
1000 m 1,15 mCL
40°C
50°C
60°C
70°C
80°C
90°C
100°C
110°C
120°C
Bij meer dan 80°C dient de pomp in toe-
OPGELET!
voerbedrijf te worden opgesteld.
5.2 Leidingaansluitingen
De installatie moet geschikt zijn voor de
OPGELET!
druk die de pomp bij maximale frequen-
tie en nuldebiet genereert.
Leidingaansluitingen
Pomp-
MHIE
type
200
Aanzuig-
1"1/4 -
opening
1" - (26-34)
Uitlaat-
1" -
opening
1" - (26-34)
- Aansluiting met spiraalversterkte, flexibele slan-
gen of een starre leiding.
- Dicht de leidingaansluiting goed af met geschik-
te producten. Er mag geen lucht in de zuiglei-
ding komen; leg de zuigleiding continu stijgend
(2%) (zie fig. 1).
- Let er bij starre leidingen op dat het gewicht
van de leidingen niet alleen door de pomp wordt
gedragen. Gebruik steunen resp. buishouders
(zie fig. 1 + 2, pos. 7).
0,20 mCL
0,40 mCL
0,70 mCL
1,20 mCL
1,90 mCL
3,10 mCL
4,70 mCL
7,10 mCL
10,30 mCL
14,70 mCL
20,50 mCL
400
800
1"1/2 -
(33-42)
(40-49)
1"1/4 -
(26-34)
(33-42)
WILO SE 04/2016