Nederlands
6.4 Aanloop
Afhankelijk van de temperatuur van de vloeistof
en de bedrijfscycli van de pomp kan de opper-
vlaktetemperatuur (pomp, motor) meer dan
68°C zijn: breng evt. een geschikte beveiligings-
inrichting voor personen aan.
Als de schuif aan de perszijde gesloten
OPGELET!
is mag de pomp bij nuldebiet niet langer
dan tien minuten in bedrijf zijn.
Wij adviseren om een minimaal pompvermogen
van ongeveer 10% van de nominale doorvoer-
capaciteit van de pomp aan te houden, opdat in
het bovenste gedeelte van de pomp geen gasbel
ontstaat.
- Open de afsluiter aan de perszijde en start de
pomp.
- Controleer met een manometer of de druk aan de
perszijde gelijkmatig is; ontlucht of vul de pomp
opnieuw als er schommelingen voorkomen.
- Controleer de opgenomen stroom. Het stroom-
verbruik mag niet hoger zijn dan de vermelding
op het typeplaatje van de pomp.
52
7 Onderhoud
Schakel de pomp(en) spanningsloos en
OPGELET!
beveilig deze tegen een ongecontro-
leerde herstart, voordat er een ingreep
plaatsvindt.
Voer onderhoudswerkzaamheden nooit uit als
de pomp draait. Houd pomp en motor/frequen-
tie-omvormer altijd in een schone toestand.
Op een tegen vorst beveiligde plek mag de pomp
ook bij een langere buitenbedrijfstelling niet wor-
den geleegd.
Om te voorkomen dat de as en de hydraulische
inrichting blokkeren dient de pomp tijdens peri-
oden met gevaar voor vorst geleegd te worden
door de aftap- en inlaat-/ontluchtings–schroef
(Fig. 1+2, pos. 5+6) eruit te schroeven. Draai
beide schroeven er weer in zonder deze vast aan
te halen.
Vervangingsintervallen
Aanwijzing: hier kunnen slechts aanbevelingen
worden gedaan, omdat de vervangingsintervallen
afhangen van de bedrijfsomstandigheden van de
groep, namelijk:
• temperatuur, druk en kwaliteit van de vloeistof
voor de mechanische afdichting
• druk en omgevingstemperatuur voor de motor en
andere onderdelen
• startfrequentie: continu of periodiek bedrijf
WILO SE 04/2016