HISTORISCHE GEGEVENS
heftruck, en een hoog nauwkeurigheidsniveau
vereist is. U kunt de Peukert-exponent wijzigen
in de programmamodus. Zie de paragraaf over
berekening van de Peukert-exponent en de
paragraaf over de instelling van de BTM 1 op
basis van de gevonden exponent.
Charge Efficiency Factor (10) C.E.F
Het vierde niveau is de C.E.F (rendementlaad-
factor). Elke combinatie van accu en acculader
heeft een totaal rendement. Dit betekent dat er
meer Ah in de accu moeten worden geladen dan
er worden gebruikt. Een standaard natte loodzwa-
velzuuraccu heeft een rendement van ongeveer
80%, een gel-accu heeft een rendement van on-
geveer 90%. Het rendement van een accu neemt
toe nadat deze 5-10 uur is gebruikt. Voor de rest
van de levensduur van een accu neemt het ren-
dement geleidelijk af, afhankelijk van de leeftijd en
het aantal ontlaadcycli. Wanneer een rendement
van 70% wordt bereikt, betekent dit meestal dat
de accu het einde van de levensduur heeft bereikt
en moet worden vervangen. Wanneer het rende-
ment verandert, moet u elke laad- en ontladings-
cyclus het rendement berekenen. De C.E.F. is niet
alleen bedoeld voor aflezing van de laad- en ont-
laadgegevens van de BTM 1, maar ook voor de
berekening van de functie resterende tijd.
Aantal doorlopen cycli (11)
In het vijfde niveau wordt het aantal cycli van
35% (instelpunt lage accuspanning) vermeld dat
door de accu is verbruikt na instelling van de
BTM 1 of nadat de BTM 1 opnieuw op de fa-
brieksinstellingen is ingesteld.
Het aantal cycli dat een accu kan verwerken is
sterk afhankelijk van het type accu en de kwa-
liteit van de accu. Er wordt één cyclus bereikt
wanneer de accu van een oplaadstatus van
Januari 2001 / Masterlink BTM-1 accu monitor / NL
100% naar 0% wordt ontladen, en vervolgens
tot 100% wordt opgeladen. Ook wordt één cy-
clus bereikt als een accu tweemaal tot 50%
wordt ontladen en weer tot 100% wordt opgela-
den, of vier keer 25% wordt ontladen en weer
tot 100% wordt opgeladen, enzovoort.
Een normale aandrijfaccu kan ongeveer 50-80
cycli uitvoeren voordat het eind van de levens-
duur wordt bereikt. Halve tractieaccu's kunnen
ongeveer 200-250 cycli uitvoeren en volledige
tractieaccu's 1000-1500 cycli voordat het einde
van de levensduur wordt bereikt. Het aantal
cycli dat door een accu wordt verbruikt, geeft
samen met de C.E.F. van de accu een redelijke
indicatie hoelang een accu kan worden gebruikt
voordat deze moet worden vervangen.
Elke keer als de accu onder 35% van het nomi-
nale vermogen wordt ontladen en tot minimaal
85% van het vermogen wordt opgeladen, wordt
één cyclus geteld.
Softwareversie (12)
In het zesde niveau van dit menu wordt de ver-
sie aangeduid van de software die op de BTM 1
is geïnstalleerd. Deze softwareversie kan voor
latere referentie worden gebruikt.
Error status (13)
In het zevende niveau wordt de foutstatus ver-
meld. (Zie voor meer informatie de instellingen
voor het alarm bij lage accuspanning)
Terug naar gebruikersmenu (14)
Wanneer u het achtste niveau kiest, kunt u via
de knop Set terugkeren naar het gebruikers-
menu. De BTM 1 keert ook terug naar het ge-
bruikersmenu wanneer er 15 seconden niet op
een knop wordt gedrukt.
17