6
HISTORISCHE GEGEVENS
Het kan erg nuttig zijn de historie van uw accu
te kennen. Zo kunt u controleren of de accu het
juiste vermogen voor de toepassing heeft, en
hoelang u de accu kunt gebruiken voordat u
deze moet vervangen. U kunt hiervoor het
aantal cycli aflezen dat de accu heeft verbruikt,
en het rendement (C.E.F.) van de accu. Dankzij
het geheugensysteem van de BTM 1 blijven
deze gegevens ook beschikbaar wanneer de
meter geen voeding heeft of wanneer de accu
volledig tot 0 volt is ontladen.
U opent het menu "historic data" (historische
gegevens) door de knop Select drie seconden
ingedrukt te houden en slechts eenmaal op de
knop Set te drukken.
Met de knop Select kunt u door in totaal 7 in-
formatieniveaus schuiven.
Gemiddelde ontlading (7)
(niet in alle versies geïmplementeerd)
In het eerste niveau wordt de gemiddelde ontla-
ding sinds inschakeling van de BTM 1 of na een
reset van de historische gegevens weergege-
ven. Elke keer als de accu wordt ontladen, be-
rekent de BTM 1 de gemiddelde ontlading. De
gemiddelde ontlading kan zeer nuttig zijn om te
controleren of het accuvermogen juist is voor de
vereisten van het systeem. Het wordt aanbevo-
len de gemiddelde ontlading op rond 50% van
het geïnstalleerde vermogen te houden zodat
de accu langer meegaat.
Diepste ontlading (8)
Het tweede niveau is het diepste ontladings-
niveau van de accu. Deze waarde geeft de diep-
ste ontlading van de accu sinds inschakeling van
de BTM 1 of na het opnieuw instellen van de
16
historische gegevens aan. Voor een optimale
levensduur van uw accu is het aan te bevelen de
accu niet verder dan 80% van het nominale ver-
mogen te ontladen. Wanneer een accu geregeld
tot onder deze waarde wordt ontladen, valt een
voortijdige uitval van de accu te verwachten.
Peukert-exponent (9)
Het derde niveau is de Peukert-exponent. Stan-
daardaccu's hebben een ontladingswaarde van
20 uur. Dit betekent dat een accu van 100 Ah
20 uur lang 5 ampère kan leveren voordat een
spanning van 1,75 volt/cel (10,5 volt voor accu's
van 12 volt en 21 volt voor accu's van 24 volt)
wordt bereikt.
Wanneer de ontlaadstroom hoger is, bijvoor-
beeld 10 ampère, zal de accu niet de volledige
100 Ah kunnen leveren. In dit geval wordt de
spanning van 1,75 volt/cel of 10,5/21 Volt be-
reikt voordat de accu het volledige nominale
vermogen van 20 uur heeft geleverd. Wanneer
de accu geregeld onder deze spanning en/of dit
vermogen wordt ontladen, wordt de levensduur
van de accu aanzienlijk verkort.
De maximumduur waarop een accu in het hier-
boven genoemde voorbeeld kan worden ge-
bruikt is ongeveer 8 uur, dus 80 Ah.
Een Duitse wetenschapper, Dr. Peukert, heeft een
exponent ontdekt waarmee het vermogen van de
accu kan worden berekend wanneer de accu
langer dan 20 uur wordt ontladen. Met deze expo-
nent wordt op de BTM 1 de tijd berekend waarop
de accu kan worden gebruikt (functie resterende
tijd). Met de Peukert-exponent wordt ook de op-
laadstatus in een percentage berekend.
In normale omstandigheden hoeft u de Peukert-
exponent niet te wijzigen, alleen wanneer u
tractieaccu's gebruikt, bijvoorbeeld op een vork-
Januari 2001 / Masterlink BTM-1 accu monitor / NL
HISTORISCHE GEGEVENS