Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop.
1. Controleer het raster op (A) ontbrekende lijnen en (B) de aanwezigheid van horizontale
witte strepen.
Als er lijnen ontbreken in het raster (A):
(C) Goed
(D) Niet goed (er ontbreken lijnen)
Als er horizontale witte strepen voorkomen in het raster (B):
(E) Goed
(F) Niet goed (horizontale witte strepen aanwezig)
Als een kleur in raster A of B niet wordt afgedrukt:
Als een van bovenstaande wordt toegepast, moet de
(Voorbeeld: Magenta raster wordt niet afgedrukt)
printkop worden
46
gereinigd.