Opmerking
• Plaats het papier niet hoger dan de markering voor de maximumcapaciteit (G).
Nadat u papier in de achterste lade plaatst, gaat een van de Papier (Paper)-lampjes branden, afhankelijk
van het laatst geplaatste papierformaat.
5. Controleer de instelling voor het papierformaat.
Als het papierformaat dat in de achterste lade is geplaatst, niet overeenkomt met de aanduiding van het
Papier (Paper)-lampje (H), drukt u op de knop Papier selecteren (Paper Select) (I) om de selectie te
wijzigen.
Opmerking
• Nadat u papier hebt geplaatst, selecteert u het formaat en type van het geplaatste papier in het venster
met afdrukinstellingen van de computer.
30