Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bouwvochtigheidsmeting - Trotec T510 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor T510:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bouwvochtigheidsmeting

De elektrische geleidbaarheid van een droog, mineraal bouwma-
teriaal (bijvoorbeeld cementdekvloer) is zeer laag. Neemt het
bouwmateriaal water op, kan de geleidbaarheid van het materiaal
snel toenemen, resp. de weerstand afnemen.
Bij de beoordeling van de meetresultaten moet er rekening mee
worden gehouden, dat de resultaten door de materiaalsamenstel-
ling van het meetgoed worden beïnvloed:
• De aanwezigheid van oplosbare zouten kan het meetresul-
taat aanzienlijk vervalsen.
Hoe meer zouten aanwezig zijn, des te hoger zal de meet-
waardeweergave zijn.
• Nog een invloedsfactor bij de beoordeling van de resultaten
is de verbinding van de elektroden met het bouwmateriaal.
Bij minerale, poreuze bouwmaterialen kunnen door een ge-
ring elektrodecontact naar verhouding hoge overgangsweer-
standen ontstaan. Hierdoor kan het meetresultaat worden
vervalst.
De nauwkeurigheid van de meetresultaten is daarom bij minerale
bouwmaterialen lager dan bij hout.
Voor een bouwvochtigheidsmeting zijn alleen kwalitatieve con-
clusies m.b.t. de vochtigheid mogelijk (droog, vochtig, nat).
Kwantitatieve conclusies m.b.t. het vochtgehalte van het mine-
rale meetgoed zijn alleen via het Darr-proces of de CM-methode
realiseerbaar.
Aanwijzingen voor Bouwvochtigheidsmeting
• Zorg dat het meettype bouwmateriaal is ingesteld.
• De materiaaltemperatuur van het bouwmateriaal moet bij de
bouwvochtigheidsmeting ongeveer in de buurt van 20 °C lig-
gen.
• Houd rekening met de stoorinvloeden door elektrisch gelei-
dende zouten in het bouwmateriaal:
Vochtproblemen in gebouwen ontstaan vaak in combinatie
met wateroplosbare zouten. Zouten verbeteren de geleid-
baarheid van een bouwmateriaal. Het bouwmateriaal heeft
bij de meting een lagere weerstandswaarde. Bij de meting
wordt hierdoor een hogere meetwaarde weergegeven.
• Houd rekening met de stoorinvloeden door elektrisch gelei-
dende materialen:
Bevat het bouwmateriaal een elektrisch geleidend materiaal,
heeft het bouwmateriaal een lagere weerstandswaarde
waardoor een schijnbaar hoge vochtigheidswaarde ontstaat.
Bij de meting wordt hierdoor een hogere meetwaarde weer-
gegeven.
Door een visuele controle is meestal niet te zien of elektrisch
geleidende materialen in het bouwmateriaal aanwezig zijn.
Wapeningen, metaalelementen en geleidende isolatiemateri-
alen, zoals mineraalwol in houten plafonds, behoren tot de
grootste foutbronnen. Vooral bij isolatiematerialen met me-
taalfolie ontstaan bij de weerstandsmeting telkens weer ver-
keerde interpretaties van de meetwaarden.
NL
Meetwaardebeoordeling bouwvochtigheidsmeting
De meetresultaten van het weerstandsproces kunnen voor de
meetwaardebeoordeling bij bouwmaterialen uitsluitend worden
gebruikt voor een oriënterende vochtigheidsmeting.
Een conclusie m.b.t. de absolute vochtigheid in massa-percen-
tage (M-%) is alleen mogelijk bij metingen die onder dezelfde
randvoorwaarden en bouwmateriaalsamenstellingen worden
bepaald, zoals bij de onderzoeksgegevens in de onderstaande
grafiek.
Deze grafiek is in samenwerking met het 'Institut für Baufor-
schung der RWTH Aachen' (IBAC) opgesteld en geeft de relatie
tussen de meetwaarde en het massagerelateerde vochtgehalte
van het onderzochte bouwmateriaal. De weergave van de meet-
technische resultaten in grafiekvorm geeft de mogelijkheid de
meetwaarde te vergelijken met het werkelijke vochtgehalte. De
keuze is beperkt tot de meest gebruikelijke bouwmaterialen,
namelijk minerale bouwmaterialen. De meetwaarden hebben
betrekking op een referentietemperatuur van 23 °C.
10
9
8
7
6
5
1
4
3
2
1
0
Legenda
1
Vochtgehalte (M-%)
2
Meetwaarde (digits)
3
Beton C 30/37 (omrekening niet mogelijk)
4
Cement-dekvloer (omrekening: CM-% = M-% -1,5 tot 2)
5
Vloeibare cementdekvloer (omrekening niet mogelijk)
6
Vloeibare anhydrietdekvloer (omrekening: M-% = CM-%)
Gipspleister
Het bepalen van het vochtgehalte van gipspleister moet apart
worden beschouwd. Zoals in de hierna weergegeven grafiek te
zien is, wijzigt het volumegerelateerde vochtgehalte van gips-
pleister bij luchtvochtigheidswaarden van 0 tot 0,8 (80-5) weinig.
Boven 0,8 (80%) wijzigt het vochtgehalte met een sprong.
Bedieningshandleiding – Materiaalvochtigheids-meetapparaat T510
3
4
5
6
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
2
110
12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave