Desondanks kunnen elektromagnetische velden,
die bijvoorbeeld kunnen ontstaan door radio- en
televisiezenders, radio's en mobiele telefoons, de werking
van elektrische voertuigen beïnvloeden. De in onze
voertuigen gebruikte elektronica kan eventueel zwakke
elektromagnetische storingen veroorzaken. Deze liggen
echter onder de wettelijke normen. Volg daarom a.u.b. de
volgende voorschriften op:
WAARSCHUWING!
Risico voor storing ten gevolge van
elektromagnetische straling
– Gebruik geen draagbare zender of
communicatieapparaten (bijv. mobilofoon of
mobiele telefoon), of schakel deze niet in
wanneer het voertuig ingeschakeld is.
– Kom niet in de buurt van sterke radio- en
televisiezenders.
– Schakel het voertuig uit wanneer het zich
ongewenst in beweging zet, of wanneer het
vanzelf van de rem gaat.
– Door het toevoegen van elektrische accessoires
en andere componenten of aanpassingen
aan het voertuig kan het gevoelig worden
voor elektromagnetische straling. Bedenk
dat er geen werkelijk veilige methode is om
het effect van dergelijke aanpassingen op de
storingsbestendigheid vast te stellen.
– Meld alle voorvallen waarbij het voertuig
ongewenst in beweging komt, of waarbij het
voertuig van de elektrische rem gaat, bij de
fabrikant.
1506975-R
2.4 Veiligheidsinformatie over rijden en de
vrijloopmodus
WAARSCHUWING!
Kans op letsel als het mobiliteitshulpmiddel
kantelt
– Rijd alleen over hellingen die het
maximaal toegestane hellingspercentage
niet overschrijden en alleen als de rugleuning
rechtop staat en de zitlift in de laagste stand
staat (indien van toepassing).
– Rijd nooit met meer dan 2/3 van de
maximumsnelheid bergafwaarts. Probeer om
plotseling remmen of versnellen op hellingen
te voorkomen.
– Rijd indien mogelijk niet op natte, gladde,
bevroren of olieachtige oppervlakken (zoals
sneeuw, grind, ijs enzovoort) waar de
kans bestaat dat u de controle over het
mobiliteitshulpmiddel verliest, vooral op een
helling. Dit kan ook gelden voor geverfde of
anderszins behandelde houten oppervlakken.
Als u toch op dit soort oppervlakken moet
rijden, rijdt u zeer langzaam en uitermate
voorzichtig.
– Probeer nooit om over een obstakel te rijden
als u een helling op- of afrijdt.
– Probeer nooit om een trap op of af te rijden.
Veiligheid
13