Hydraulische inpassing
Belangrijk voor de warmtepomp is dat er altijd vol-
doende waterstroming plaatsvindt over de koude (ver-
damper) zijde en over de warme (condensor) zijde
van de warmtepomp. Te weinig water over de ver-
damper kan ijsvorming en een Lage Druk storing
genereren. Om dit te voorkomen moeten bron syste-
men zonder antivries voorzien zijn van een stromings-
schakelaar die voorkomt dat de compressor in kan
schakelen. Te weinig water over de condensor leidt tot
een Hoge Druk storing en een te hoog energiever-
bruik. Als alle verwarmingsgroepen afsluitbaar zijn
raden wij aan een open buffer type UKV parallel in te
bouwen. NIBE kan hydraulische schema's aanleveren
voor een juiste inpassing.
Bij een open bronsysteem kan het kunststof niveauvat
niet gebruikt worden en is er een expansievat met
drukbeveiliging nodig. De maximale overdruk aan
bronzijde mag 3 bar zijn.
Ontluchten van leidingen en de dubbele mantel van
de boiler is uitermate belangrijk om storingen te voor-
komen.
Als de warmtepomp op het hoogste punt van de
installatie geplaatst wordt (zolder) moet er een goede
ontluchting op de bron en verwarmingsleidingen aan-
wezig zijn. In de beginperiode komt er veel lucht vrij
waardoor er regelmatig ontlucht moet worden. Boven
op de boiler bevindt zich een ontluchttingskraantje om
de dubbele mantel te ontluchten.
Warmtapwater
De hoeveelheid warmtapwater in de boiler is 160 liter.
Dit is voldoende voor een normaal gezin. Om het
energieverbruik laag te houden en de tapduur te ver-
lengen is het raadzaam een instelbare TACO in de
koud-of warmwaterleiding te plaatsen waarmee het
juiste aantal liters tapwater te leveren is. De tapbe-
hoefte is afhankelijk van het type douche. Een norma-
le tapwaarde varieert tussen de 6 l/min en 10 l/min
(55 °C).
Extra aandachtspunten:
■ Isoleer warme tapleidingen tot circa 3 meter buiten
het boilervat altijd om het warmteverlies te beper-
ken. Dit voorkomt het veelvuldig schakelen van de
compressor.
■ In de koudwaterleiding een (controleerbare) inlaat-
combinatie plaatsen.
■ Bij plaatsing op zolder is een onderdrukventiel
(type....) aan te bevelen.
Open bron
STEK eisen warmtepomp
Werken aan het koelgedeelte van de warmtepomp
moet door een erkend STEK gecertificeerd bedrijf uit-
gevoerd worden. In principe zijn koeltechnische han-
delingen niet nodig. Bij een eventueel defect of lekka-
ge kan de warmtepompmodule uitgewisseld worden.
De inhoud van koelmiddel in de warmtepomp is lager
dan 3 kG zodat er geen jaarlijkse verplichte lektest
vereist is.
Openen en elektrische aansluiting De elektrische aan-
sluitingen bevinden zich achter de afsluitbare frontpa-
nelen. De elektrische voeding moet in de opstellings-
ruimte af te schakelen zijn. Bij reparatie de warmte-
pompschakelaar op stand 0 zetten en altijd de elektri-
sche voeding extern afschakelen. Er mag geen onbe-
voegd personeel werken aan electrische componen-
ten.
Open bron
Bij toepassing van de warmtepomp op een open bron
dient er rekening te worden gehouden dat de minima-
le temperatuur uit de warmtepomp niet daalt beneden
een uittrede temperatuur van 5°C na de verdamper.
De beveiligingstemperatuur moet door de installateur
in menu 5.1ingesteld worden. Dit is mede belangrijk
voor de garantie van de warmtepomp.
De warmtepomp dient ten alle tijden voldoende water-
stroming te verplaatsen zoals in de tabel bij de nomi-
nale waterverplaatsing is aangegeven. De minimale
waterflow geeft het aantal liters waterverplaatsing aan
waarbij de flow beveiliging in werking moet treden. Als
de watertemperatuur niet juist ingesteld is en de flow-
switch niet gemonteerd is kan de verdamper invriezen
en vervalt de garantie.
Doorstroombegrenzing
In bron systemen waar meerdere warmtepompen op
een gezamenlijke bron zijn aangesloten verdient het
de voorkeur om voor iedere warmtepomp een door-
stroombegrenzer te plaatsen die de juiste waterhoe-
veelheid doorlaat, ongeacht de aanwezige drukver-
schillen in de hoofdleidingen. Dit voorkomt een tekort
of een te hoog ingestelde waterstroming over de
warmtepomp en voorkomt storingen.
Warmtewisselaar bron
De minimale aanvoertemperatuur van de bron naar de
warmtepomp mag 10°C zijn (10 – 5°C) en de maxima-
le bronaanvoertemperatuur 20°C. In open bron syste-
men is een extern te plaatsen warmtewisselaar nodig.
Een directe aansluiting op de warmtepomp is niet
mogelijk. Een externe warmtewisselaar(rubber pak-
king) voorkomt corrosie of vuilafzetting in de warmte-
pomp.
FIGHTER 1220 PK
59