40
U i t
S
B i j v e r w a r m i n g
9 . 2 . 4
Menu 9.2.4 Bijverwarming
De stand van de elektrische bijverwarming is actief als
Aan wordt weergegeven in de display. Zo niet, dan
wordt Uit weergegeven. Als de stand van de elektri-
sche bijverwarming actief is, kan het elektrische ver-
warmingselement of de circulatiepomp niet worden
geblokkeerd met de bedrijfsstandknop. LET OP!
Selecteer uit om de stand alleen bijverwarming uit
te schakelen en selecteer de gewenste bedrijfs-
stand met de knop Bedrijfsstand.
S
S h u n t g r o e p 2
9 . 2 . 5
Menu 9.2.5 Shuntgroep 2
In dit menu kiest u Aan of Uit, afhankelijk van de vraag
of er een tweede stooklijnregeling aanwezig is (acces-
soire ESV 20 vereist).
S
E x t e r n d i s p l a y a a n w .
9 . 2 . 6
Menu 9.2.6 Extern display aanw.
Geen functie
S
C i r c . p o m p 1
9 . 2 . 7
Menu 9.2.7 Circ.pomp 1
Hier wordt gekozen of de circulatiepomp doorlopend
actief moet zijn in de zomerstand. De waarde kan wor-
den ingesteld op Aan of Uit. Wordt bij opnieuw starten
gewijzigd in Uit.
S
C i r c . p o m p 2
9 . 2 . 8
Menu 9.2.8 Circ.pomp 2
Hier wordt gekozen of de circulatiepomp 2 doorlopend
actief moet zijn in de zomerstand. De waarde kan wor-
den ingesteld op Aan of Uit. Wordt bij opnieuw starten
gewijzigd in Uit.
S
I n s t e l l . V l o e r d r o g i n g
9 . 2 . 9 . 0
Menu 9.2.9.0 Instell.Vloerdroging
In de bijbehorende submenu's worden instellingen
voor het vloerdroogprogramma ingevoerd.
Servicemenu's
Bedrijfsinstellingen
U i t
U i t
U i t
U i t
FIGHTER 1220 PK
S
V l o e r d r o g i n g
9 . 2 . 9 . 1
Menu 9.2.9.1 Vloerdroging
In dit submenu wordt gekozen welk vloerdroogprogramma
actief moet zijn. U kunt kiezen uit Prog 1 Aan, Prog 2 Aan
en Uit. De warmtepomp moet in de winterstand staan, het-
geen wordt geselecteerd met de bedrijfsstandknop. De
bedrijfsstand met elektrische bijverwarming, menu 9.2.4,
kan worden gebruikt in combinatie met vloerdroging, bijv.
als de verwarmingsbron nog niet gereed is.
Bij Prog 1 Aan wordt menu 9.2.9.2 — 9.2.9.5 weergege-
ven. Na tijdperiode 1 automatische overschakeling naar
tijdperiode 2 en vervolgens weer terug naar normale
instellingen.
Bij Prog 2 Aan wordt gedurende 11 dagen een vast pro-
gramma gevolgd. De aanvoertemperatuur wordt geduren-
de 4 dagen verhoogd van 20 °C tot 45 °C. Vervolgens ligt
de temperatuur gedurende 3 dagen vast. Daarna wordt de
temperatuur gedurende 4 dagen verlaagd naar 25°C en
vervolgens terug naar de normale instellingen.
S
A a n t a l d a g e n p e r i o d e 1
9 . 2 . 9 . 2
Menu 9.2.9.2 Aantal dagen periode 1
Aantal dagen kiezen in de periode 1.
De waarde kan worden ingesteld tussen 1 en 5.
S
M a x . t e m p . p e r i o d e 1
9 . 2 . 9 . 3
Menu 9.2.9.3 Max.temp. periode 1
Aanvoertemperatuur kiezen in de periode 1.
De waarde kan worden ingesteld tussen 15 en 50 °C.
S
A a n t a l d a g e n p e r i o d e 2
9 . 2 . 9 . 4
Menu 9.2.9.4 Aantal dagen periode 2
Aantal dagen kiezen in de periode 2.
De waarde kan worden ingesteld tussen 1 en 5.
S
M a x . t e m p . p e r i o d e 2
9 . 2 . 9 . 5
Menu 9.2.9.5 Max.temp. periode 2
Aanvoertemperatuur kiezen in de periode 2.
De waarde kan worden ingesteld tussen 15 en 50 °C.
U i t
3
2 5 ° C
1
4 0 ° C