Aansluiting
buitentemperatuurvoeler
De buitentemperatuurvoeler moet op een beschaduwde
plaats aan noord- of noordwestzijde worden geplaatst,
zodat de werking ervan niet kan worden verstoord door
de ochtendzon. De voeler wordt aangesloten op klem-
menstrook X1:1 en X1:2 op de EBV-kaart (2). Gebruik
een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm
Indien de draad van de buitentemperatuurvoeler in de
nabijheid van een krachtstroomkabel komt te liggen,
moet een afgeschermde draad worden gebruikt.
Een eventuele kabelbuis dient te worden afgedicht om
condensatie in de behuizing van de buitentemperatuur-
voeler te vermijden.
Alarm/alarmuitgangen
Alarm
In de volgende gevallen wordt een hoofdalarm
gegeven:
De hogedrukpressostaat (HP) is geactiveerd. Wordt
aangeduid als HP-alarm.
De lagedrukpressostaat (LP) is geactiveerd. Wordt
aangeduid als LP-alarm.
De schakelaar van de motorbeveiliging (MP) is
geactiveerd, wordt aangeduid als MP-alarm.
Druk-/niveauregeling bronsysteem (accessoire) wordt
aangeduid als druk/niveau bronsysteem.
Temp. bronsysteem laag duidt op een lage
temperatuur voor het bronsysteem. Wordt niet
aangegeven als menu 5.2 is ingesteld op automatisch
terugschakelen Aan.
Fouten in de temperatuurvoeler in de CV-aanvoer
worden aangeduid als Voeleralarm.
Fouten in de warmtapwatervoeler worden aangeduid
als Voeleralarm.
Er is een mogelijkheid voor een centrale
toringsmelding door een relaisfunctie op print van de
vermogensregeling (2), klemmenstrook X2:1—3.
De illustratie toont het relais in de alarmstand. Met de
schakelaar (8) in stand 0 of "
de alarmstand.
Alarmuitgang,
hoofdalarm
Elektrische aansluiting
.
2
" staat het relais in
FIGHTER 1220 PK
X2
19
I II III
A B
I II
I II
5 0 . 0
C
V a r m v a t t e n t e m p . 1 .0
LEK
X1
2