Inhoudsopgave
Advertenties
!
VEILIGE WERKING
7.
gebruik altijd de veiligheidsgordel als de trekker een
ROPS heeft.
Geen gebruik maken van de veiligheidsgordel als een
opvouwbare ROPS is naar beneden of er is geen ROPS.
Controleer de veiligheidsgordel regelmatig en vervang
indien gerafeld of beschadigd.
1
2
(1) ROPS (2) veiligheidsgordel
Opmerking: de RMS-waarde van de vibratie versnelling is
2,3 m/s2
2.
DE TREKKER BEDIENEN
De veiligheid van de exploitant is een prioriteit. Veilige
werking, met name met betrekking tot kantelen
gevaren, vereist inzicht in de apparatuur en de milieu-
omstandigheden op het moment van gebruik. Sommige
verboden toepassingen die kunnen beïnvloeden
kantelen gevaren omvatten reizen en draaien met
werktuigen en lasten gedragen te hoog, enz. Het is de
verantwoordelijkheid van de exploitant om alert te zijn
op alle apparatuur of omgevingscondities die een
veilige werking kunnen compromitteren.
Beginnen
1.
altijd zitten in de stoel van de exploitant bij het starten
van motor of operationele hendels of controles. Stel de
stoel in volgens de instructies in de bediening van de
tractor sectie. Nooit starten motor terwijl staande op de
grond.
2.
voordat u begint met de motor, zorg ervoor dat alle
hendels (met inbegrip van extra bedieningshendels)
zijn in hun neutrale posities, dat de parkeerrem is
ingeschakeld, en de Power take-Uit (PTO) selectie
hendel is ontslagen of
veiligheidsgordel als de trekker een opvouwbare ROPS
in de rechtop en vergrendelde positie heeft.
3.
Start de motor niet door kortsluiting over starter
terminals of het omzeilen van de veiligheid start
schakelaar.
Machine kan starten in de versnelling en bewegen als
de normale start circuits wordt omzeild.
4.
niet werken of stationair motor in een niet-
geventileerde ruimte. Koolmonoxide gas is kleurloos,
reukloos, en dodelijk.
"neutraal ". Bevestig de
Controleer vóór elk gebruik dat de aanwezigheids
controles van de exploitant correct functioneren. Test
veiligheidssystemen. (Zie het gedeelte ' controle van
de Engine start System ' in ' elke 50 uur ' in '
periodieke SERVICE '.) Niet werken, tenzij ze goed
functioneren.
Werken1. Trek alleen met de swingende dissel.
Nooit Hitch aan as huisvesting of een ander punt
behalve slingerende dissel; dergelijke regelingen
zullen het risico van ernstig lichamelijk letsel of
overlijden door een trekker instabiliteit verhogen
(1) slingerende dissel
2.
voor trailing PTO-gedreven werktuigen, zet de
swingende dissel op de trekpositie.
3.
Bevestig getrokken of getrokken ladingen aan de
slingerende aanhanger slechts.
4.
Houd alle schilden en bewakers op zijn plaats.
Vervangen als er iets ontbreekt of beschadigd is.
5.
Vermijd plotselinge start. Om instabiliteit te
voorkomen, vertragen bij het draaien, op oneffen
grond, en voor het stoppen.
6.
de trekker kan niet met het differentiële gesloten
draaien en het proberen om dit te doen zou gevaarlijk
kunnen zijn.
7.
werken niet in de buurt van sloten, gaten, dijken, of
met andere grond oppervlakken die kunnen instorten
onder het gewicht van de trekker. Het risico van de
trekker instabiliteit is nog hoger wanneer de grond is
los of NAT. Hoog gras kan verbergen obstakels,
lopen het gebied eerst om zeker te zijn.
8.
Kijk waar je naartoe gaat te allen tijde. Kijk voor en
obstakels te vermijden. Wees alert op rij eindigt, in de
buurt van bomen, en andere obstakels.
9.
bij het werken in groepen, laat altijd de anderen
weten wat je gaat doen voordat je het doet.
10. Probeer nooit te krijgen op of uit een bewegende
trekker.
11. altijd zitten in de stoel van de exploitant bij het
bedienen van hendels of controles.
12. bevindt zich niet tussen trekker en uitvoeren of
getrokken voertuig, tenzij parkeerrem wordt
toegepast.
2
1
Advertenties
Inhoudsopgave
