Installatievoorwaarden
Afstanden
Installatievoorwaarden
Water
Installatievoorwaarde:
Netspanning
Transport, installatie en inbedrijfstelling
Voor de toevoerleidingen is een afstand van ca. 50 mm tot
de wand aan de achterzijde nodig.
Het installatieoppervlak moet min. 800 mm van de vloer zijn.
Bovenaan moet er min. 700 mm van het installatieoppervlak
voorhanden zijn om de producthouders te vullen.
Voor het openen van de machinedeur is ca. 450 mm aan de
voorzijde nodig.
De machine mag alleen worden aangesloten op een
koudwaterleiding die geschikt is voor drinkwater.
De toevoerdruk moet tussen 2 en 6 bar liggen. Lagere of
hogere drukken zijn niet toegestaan. Bij lagere druk werkt de
automaat niet, bij hogere druk moet er een drukregelaar
worden voorgeschakeld.
Bedrijfstemperatuur water: 5 °C tot maximaal 35 °C.
De opbouw en de schikking van de drinkwaterinstallatie
moet aangepast zijn, aan de eisen voor drinkwaterhygiëne
moet altijd voldaan worden. Ev. een circulatiesysteem
installeren.
Vanaf een waterhardheid van 7°dH moet absoluut een
waterfilter voor de machine worden geschakeld. Om de
onderdelen van de machine te sparen moet de cartridge
regelmatig worden vervangen volgens de instructies van de
fabrikant.
De toevoer-waterleiding mag niet geknikt worden.
De wettelijk voorgeschreven voorkoming van terugslag in het
waterleidingnet moet door de klant worden voorzien. DIN EN
1717 moet in acht worden genomen.
Tolerantie van de netspanning 230 V ± 10 % 50/60 Hz.
Meer informatie vindt u in de technische gegevens (
"Technische gegevens" op pagina 13).
19