Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemene Aanwijzingen - Wolf FGB Montage- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

31. Ontwerpaanwijzingen lucht-/rookgasafvoerbuis

Algemene aanwijzingen

In het bijzonder wegens veiligheidstechnische redenen
mogen voor de concentrische lucht-/rookgasafvoerbuis
en rookgasafvoerkanalen uitsluitend originele Wolf-delen
gebruikt worden.
De montagevoorbeelden moeten eventueel aan de voorschrif-
ten voor het bouwrecht en aan de voorschriften voor het land in
kwestie aangepast worden. Vragen omtrent de installatie, in het
bijzonder omtrent de inbouw van revisiedelen en luchttoevoer-
openingen, moeten voor de installatie met de verantwoordelijke
meester-schoorsteenveger besproken worden.
Bij lage buitentemperaturen kan het gebeuren dat
de in het rookgas bevatte waterdamp op de lucht-/
rookgasafvoerbuis condenseert en tot ijs bevriest.
Dit ijs kan soms van het dak naar beneden vallen
en daardoor personen en/of voorwerpen be-
schadigen. Door maatregelen, zoals bijvoorbeeld
door de montage van een sneeuwvanger (door
klant te voorzien), kan vermeden worden dat ijs
naar beneden valt.
Wanneer met een lucht-/rookgasafvoerbuis ver-
diepingen overbrugd worden, moeten de leidingen
buiten de opstellingsruimte in een schacht met een
vuurbestendigheidsduur van (F30 / F90) worden
gevoerd.
Om te bepalen of een schacht nodig is kunnen de
overeenkomstige wetten en verordeningen van
lokale regelgeving (bijv. FeuVo) worden toegepast.
Vraag hierover informatie bij de bevoegde schoor-
steenveger van het district.
Het niet naleven van deze instructie kan tot brand-
overdracht leiden.
HR-gaswandtoestellen met een lucht-/rookgasge-
leiding met dakdoorvoer mogen uitsluitend in de
zolderverdieping of in ruimten, waarbij het plafond
tevens het dak vormt of waarbij zich boven het
plafond slechts de dakconstructie bevindt, worden
geïnstalleerd.
Voor gastoestellen met een lucht-/rookgasgeleiding via het
dak, waarbij zich boven het plafond enkel en alleen de dak-
constructie bevindt, geldt het volgende:
Wanneer voor het plafond een brandweerstands-
duur verlangd wordt moeten de leidingen voor de
toevoerleiding van de verbrandingslucht en de
afvoer van de rookgassen in het bereik tussen de
bovenkant van het plafond en de dakbedekking
een bekleding hebben die eveneens deze brand-
weerstandsduur heeft en die uit niet brandbare
materialen bestaat. Wanneer de hier genoemde
voorzorgsmaatregelen niet genomen worden be-
staat het gevaar op brandoverdracht.
3066493_201904
Wanneer voor het plafond geen brandweerstands-
duur voorgeschreven is moeten de leidingen voor
de verbrandingsluchttoevoer en de rookgasafvoer
van de bovenkant van het plafond tot aan de
dakbedekking in een schacht uit niet brandbare,
vormvaste materialen of in een metalen veiligheids-
buis gelegd worden (mechanische bescherming).
Wanneer de hier genoemde voorzorgsmaatrege-
len niet genomen worden bestaat het gevaar op
brandoverdracht.
Een afstand van de concentrische lucht-/rookgasafvoerbuis
van brandbare materialen en/of brandbare componenten is niet
noodzakelijk, aangezien bij het nominale verwarmingsvermo-
gen geen hogere temperaturen als 85 °C optreden.
Wanneer enkel en alleen een rookgasafvoerkanaal gelegd
wordt moeten de afstanden volgens DVGW/TRGI 2008 na-
geleefd worden.
De lucht-/rookgasafvoerbuis mag zonder scha-
cht niet door andere opstellingsruimten gevoerd
worden, aangezien het gevaar van brandover-
dracht bestaat, en bovendien geen mechanische
veiligheid verzekerd wordt.
Schachten die moeten dienen voor de toevoer van
Opgelet
verbrandingslucht aan een warmtegenerator, en
die voordien waren aangesloten aan een olieketel
of een ketel voor vaste brandstoffen, moeten eerst
grondig worden gereinigd. Er mogen geen stof-
deeltjes van zwavel- of roetresten op het inwendige
oppervlak van de schoorsteenschacht achterblijven.
Als dit niet mogelijk is, moet er een gescheiden
luchttoevoerleiding worden geplaatst.
De werkwijze om dit te bereiken wordt bepaald door
de bevoegde schoorsteenveger van het district.
Indien de verbrandingslucht via de gereinigde scha-
cht aangezogen wordt, kan er wegens het eerdere
gebruik geurontwikkeling in de opsteltank ontstaan.
Bevestiging van de lucht-/rookgasafvoerbuis of het
rookgasafvoerkanaal buiten de schachten door
afstandbeugels met een minimum afstand van
50 cm tot de aansluiting van het toestel of na en/
of voor omleidingen, zodat een beveiliging tegen
uit elkaar trekkende buisverbindingen verzekerd
wordt. Indien niet nageleefd bestaat gevaar voor
ontsnappend rookgas. Bovendien kan dit ook leiden
tot beschadigingen aan het toestel.
Indien een HR-gaswandtoestel met een lucht-/rookgasgelei-
ding via de buitenwand wordt geïnstalleerd (type C13x), dan
dient het nominaal vermogen tijdens de verwarmingsbedrijf
tot lager dan 11kW worden gereduceerd (hoe dit uit te voeren
zie hoofdstuk 'Maximaal verwarmingsvermogen aanpassen').
WOLF GmbH | 79

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fgb-kFgb-24Fgb-k-24Fgb-28Fgb-k-28Fgb-35 ... Toon alles

Inhoudsopgave