Inhoudsopgave
Advertenties
18. Vullen van de verwarmingsinstallatie/sifon
Hydraulica
Vullen
Vullen
Elektrische geleidbaarheid
en waterhardheid
3066493_201904
Vóór de inbedrijfstelling moet bij alle hydraulische leidingen een dicht-
Opgelet
heidscontrole worden uitgevoerd:
Bij lekkages bestaat het gevaar van het vrijkomen van water en mate-
riaalschade.
Testdruk zijde verwarmingswater max. 4 bar
Voor de controle de afsluitkranen in het verwarmingscircuit naar het
toestel afsluiten, aangezien het overdrukventiel (toebehoren) anders
bij 3 bar opengaat. Het toestel is in de fabriek reeds met 4,5 bar gecon-
troleerd op dichtheid.
Behandeling van het verwarmingswater in navolging van VDI 2035:
Als vul- en aanvullingswater mag drinkwater worden gebruikt, wanneer de grens-
waarden (volgens
Tab. 1.1 Elektrische geleidbaarheid en waterhardheid)
den nageleefd. Anders moet het worden behandeld met behulp van ontzilting.
Indien de waterkwaliteit niet overeenstemt met de vereiste waarden, vervalt de garantie
voor de systeemcomponenten aan waterzijde.
Als methode voor waterbehandeling is enkel ontzilting toegestaan!
Opgelet
De installatie moet grondig gespoeld worden voor inbedrijfstelling. Om het binnendringen
van zuurstof zo laag mogelijk te houden, wordt het aanbevolen om met water te spoelen
en dat water dan te gebruiken voor de waterbehandeling (vuilfilter voor ionenwisselaar
schakelen).
Additieven voor verwarmingswater, zoals antivriesmiddelen of inhibito-
Opgelet
ren, zijn niet toegestaan, omdat die de verwarmings-warmtewisselaar
kunnen beschadigen. Additieven ten behoeve van het alkaliseren kun-
nen voor een stabilisering van de pH-waarde door een installateur op
het gebied van de waterbehandeling worden gebruikt.
Om corrosieschade aan de aluminium verwarmings-warmtewisselaar te vermijden, moet
de pH-waarde van het verwarmingswater tussen 6,5 en 9,0 liggen!
Bij menginstallaties moet volgens VDI 2035 een pH-waarde tussen
Opgelet
8,2 en 9,0 worden nageleefd!
De pH-waarde moet 8-12 weken na de inbedrijfstelling nogmaals worden gecontroleerd,
aangezien die soms kan verschuiven door chemische reacties. Indien ze na 8-12 weken
niet in dit interval ligt, moeten maatregelen worden getroffen.
Vereiste warmwaterkwaliteit met betrekking tot het complete verwarmingssysteem
Grenswaarden afhankelijk van spec. installatievolume VA
(VA = installatievolume / max. nominaal verwarmingsvermogen
Omrekening totale hardheid: 1 mol/m³ = 5,6 °dH = 10°fH
V
≤ 20 l/kW
A
Totale hardheid /
Som aardalkaliën
[kW]
[°dH]
[mol/m³] GL [µS/cm] [°dH]
1
≤ 50
≤ 16,8
≤ 3,0
2 50-200 ≤ 11,2
≤ 2
3 200-600 ≤ 8,4
≤ 1,5
4 ≤ 600
≤ 0,11
≤ 0,02
3)
De totaal af en bij te vullen waterhoeveelheid over de looptijd van het toestel mag het drievoudige van het nominale volume
van de verwarmingsinstallatie niet overschrijden.
Bij installaties met meerdere ketels moet volgens VDI 2035 het max. nominale verwarmingsvermogen van de kleinste
1)
warmteopwekker worden toegepast
zouthoudend < 800 µS/cm
2)
zoutarm < 100 µS/cm
< 0,11°dH aanbevolen normwaarde, grens tot < 1°dH toegestaan
3)
Tab. 1.1
Elektrische geleidbaarheid en waterhardheid
V
> 20 l/kW en < 50 l/kW
A
Geleid-
Totale hardheid /
Geleidbaar-
baarheid
2)
Som aardalkaliën
bij 25 °C
[mol/m³] GL [µS/cm] [°dH]
< 800
≤ 11,2
≤ 2
< 100
≤ 8,4
≤ 1,5
≤ 0,11
3)
≤ 0,02
≤ 0,11
≤ 0,02
3)
))
1
V
≥ 50 l/kW
A
Totale hardheid /
Geleidbaar-
heid
2)
Som aardalkaliën
bij 25 °C
bij 25 °C
[mol/m³]
GL [µS/cm]
< 800
≤
≤ 0,02
0,11
3)
< 100
≤ 0,11
≤ 0,02
3)
≤ 0,11
3)
≤ 0,02
≤ 0,11
≤ 0,02
3)
WOLF GmbH | 45
wor-
heid
2)
< 800
< 100
Advertenties
Inhoudsopgave
