17. Parameterbeschrijving
Parameter H09
Brandercyclusblokkering
Fabrieksinstelling: zie tabel
Instelbereik: 1 tot 30 min
Individuele instelling:_____
Parameter H10
eBus-adres van de warmteopwekker
Fabrieksinstelling: zie tabel
Instelbereik: 1 tot 5
Individuele instelling:_____
Parameter H12
Gassoort en vermogensklasse
van de warmteopwekker
Fabrieksinstelling: zie tabel
Instelbereik: 1 tot 6
Individuele instelling:_____
Parameter H15
Boilerhysterese
Fabrieksinstelling: zie tabel
Instelbereik: 1 tot 30 K
Individuele instelling:_____
Parameter H16
Pompvermogen VC (HK) minimaal
Fabrieksinstelling: zie tabel
Instelbereik: 15 tot 100%
Individuele instelling:_____
3066493_201904
Na elke uitschakeling van de ketel in de verwarmingsbedrijf is de ketel geblok-
keerd gedurende de tijd van de ketelcyclusblokkering.
De brandercyclusblokkering wordt door het uit- en weer inschakelen van het
stroomnet gereset.
Wanneer meerdere warmteopwekkers in een verwarmingssysteem worden aan-
gestuurd met een cascademodule, dan is een adressering van de warmteopwek-
kers nodig. Elke warmteopwekker heeft een eigen eBus-adres nodig om met de
cascademodule te kunnen communiceren. De volgorde van inschakeling van de
warmteopwekkers kan ingesteld worden in de cascademodule.
Opgelet: Dubbel ingevoerde adressen leiden tot storingen in het verwarmingssysteem.
De gebruikte gassoort voor de hoogrendementsketel kan in deze parameter
ingesteld worden.
Bij het aanpassen van de gassoort moet het hoofdstuk 'Gassoort vaststellen/
aanpassen' absoluut worden opgevolgd.
Het vermogen van het toestel mag niet worden gewijzigd omdat
Opgelet
anders beschadigingen van en storingen op het toestel mogelijk zijn!
Instelling van het vermogen
Parameter
24 kW
H12
5 = Aardgas
6 = Vloeibaar gas
H02
35 %
H03
100%
H04
86%
Met de boilerhysterese wordt het inschakelpunt van de boilerlading geregeld.
Hoe hoger de instelling, hoe lager het inschakelpunt van de boilerlading.
Voorbeeld:
Insteltemperatuur boiler 60 °C
Boilerhysterese 5K
Bij 55 °C begint de boilerlading en bij 60 °C wordt ze beëindigd.
(parameter wordt alleen weergegeven bij H51 = 3)
De boilervorstbeveiligingsfunctie schakelt onafhankelijk van de ingestelde
boilerhysterese bij 5 °C boilertemperatuur de laadpomp en de ketel in, bij het
bereiken van 10 °C boilertemperatuur worden de laadpomp en de ketel weer
uitgeschakeld.
Tijdens het verwarmingsbedrijf regelt de pomp in het toestel niet onder deze
ingestelde waarde.
28 kW
1 = Aardgas
2 = Vloeibaar gas
33 %
28 %
26%
99 %
92%
87%
84 %
83%
78%
35 kW
3 = Aardgas
4 = Vloeibaar gas
31%
29%
100%
94%
92%
86%
WOLF GmbH | 37