3.8 Ponsnagelgereedschappen monteren - variant 2:
"Aanbrengen van ponsnagels met afstandsbus"
3.8.5
Montagevolgorde:
C-beugel incl. reeds gemonteerde ponsnagelmatrijs
(
3.8.3, 3.8.4) verwijderen.
Afstandsbus in de vooraf gemonteerde opnamebus (
tot aan het steunvlak inschroeven.
Vervolgens de ponsnagelstempel die voor het betreffende
bevestigingsproces nodig is, tot aan het steunvlak in de af-
standsbus schroeven.
3.8.6
C-beugel weer aanbrengen en vergrendelen.
3.8.7
Ponsnagelstempel en afstandsbus met de meegeleverde
sleutelset handvast aandraaien. Geen geweld gebruiken!
Alle ponsnagelgereedschappen mogen alleen
bij losgekoppelde perslucht worden ge (de)
monteerd.
Na elke ponsbewerking moet de correcte be-
vestiging van de stempel en de matrijs wor-
den gecontroleerd. Ponsnagelmatrijzen die
losgeraakt zijn, vormen een gevaar en kun-
nen defecten aan het apparaat veroorzaken.
Let erop dat bij de betreffende ponsnagelstempel ook de
correcte matrijs wordt gebruikt. Let daarvoor op de correcte
onderdeelnummers en kenmerken (afb. 3.8.8 / 3.8.9 / 3.8.10).
3.8.8
Sleutelset, BGR-TKR-00001802
16
16
20
20
13
13
Afstandsbus, set: 81 43 2 209 937*
1
1
2
2
1 =
Bus, 81 43 2 209 937 C
2 =
Afstandsbus, 81 43 2 209 937 A
3.8.1)
3.8.9
Set: 81 43 2 209 938*
Ponsnagelmatrijs Ø3, 81 43 2 209 938 B
16
16
Ponsnagelstempel Ø3, 81 43 2 209 938 A
3.8.5
2.
2.
1.
1.
3.8.6
3.
3.
3.8.7
6.
6.
3.8.10
Ponsnagelmatrijs Ø5, 81 43 2 209 939 B
Ponsnagelstempel Ø5, 81 43 2 209 939 A
4.
4.
5.
5.
Set: 81 43 2 209 939*
23