Inhoudsopgave
Advertenties
5.
5 . 4 Storingen
ketel start niet
Geen ontstekingsvonk
Er is wel een vonk, maar geen vlam
op de intermitterende waakvlam
Er is wel een vlam op de ontstekingsbrander, maar
het controlekastje gaat over op de veiligheidsstand
na 10 seconden
Geen vlam op de hoofdbrander
- Controleer of er stroom aanwezig is en het oranje lampje brandt,
- Controleer of de thermostaten en regelaars warmte nodig hebben,
- Controleer of de oververhittingsthermostaat niet ontkoppeld is,
- Controleer of het controlekastje van stroom voorzien wordt,
in geval van defect dit vervangen,
- Controleer of de veiligheidsthermostaat van de brander niet
ontkoppeld is:
• voor het controleren: demonteer de voorzijde en verwijder
de klemmen van de veiligheidsthermostaat van de brander,
• indien de drukknoppen uitsteken; in dat geval:
- controleer het oppervlak van de branders,
- controleer of de ventilatie in de ruimte aan de voorschriften voldoet,
- controleer of de aansluitingen van de rookgassenleidingen
voldoen aan de aanbevelingen en regels der kunst,
Indien één van deze 3 parameters niet voldoet,
maakt dit dan in orde alvorens de installatie in
werking te stellen.
• druk op de resetknop, zet de ketel weer aan en voer een
extra controle uit:
- controleer of de trek in de schoorsteen voldoet aan de
aanbevelingen (> 0,8 mmCE ofwel 8 Pa),
- controleer of de druk bij de spuitstukken voldoet aan de
gegevens van de fabrikant (zie pagina 3 of 4),
Indien een van deze 2 parameters niet voldoet,
maakt dit dan in orde alvorens de installatie in
werking te stellen.
• Controleer of het controlekastje van stroom voorzien wordt; in
geval van defect dit vervangen.
- De ontstekingstransfo krijgt geen stroom van 230 V,
- Geen verbinding tussen de transfo en de ontstekingselektrode,
- Kortsluiting tussen de ontstekingselektrode en de aarde,
- De ontstekingstransfo is buiten werking.
- Controleer of de gastoevoerleiding open staat,
- Controleer de gasdruk op de aansluitnippel stroomopwaarts klep,
- Controleer of de gasbuis van de waakvlam ontluchtis,
- Controleer het spuitstuk van de waakvlam,
- Controleer de stand van de ontstekingselektrode t.o.v.
kop van de ontstekingsbrander,
- Druk voor het starten op de resetknop.
- Controleer de polariteiten tijdens aansluiting op de elektra. De
fasegeleider is aangesloten op de klem L en de nulgeleider op N,
- Controleer de ionisatiestroom, de nominale waarde van de
aardgas op 3 tot 4 micro ampère,
- Controleer de stand van de ionisatie-elektrode,
- Ontlucht de gasbuis,
- Druk voor het starten op de resetknop.
- Controleer de elektrische bekabeling op de klep,
- Controleer de elektrische aansluiting op de hoofdklemmenstrook,
- Controleer de werking van de gasklep, indien nodig vervangen,
- Controleer het controlekastje, indien nodig vervangen.
23
Réf. : CH - 1075 - A - 1
Advertenties
Inhoudsopgave
