Inhoudsopgave
Advertenties
1. A
lgemeen
1 . 1 Beschrijving van de ketel
D
e verwarmingsketels hebben een verwarmings-
lichaam van gietijzer, een atmosferische gasbrander met
volledig voormengsel en 2 trappen en een elektronische
ontsteking d.m.v. een intermitterende waakvlam.
Het assortiment bestaat uit 4 modellen van 132,5 tot 348 kW.
Deze ketels worden geleverd met een bedieningspaneel
voorzien van:
- een basismodule met een tweetraps thermostaat
- een module met ECOCONTROL 5E - ECO 7E - ECO 8E
voor een ketel en twee verwarmingkringen.
Deze ketels worden geleverd:
1)
Met gemonteerd ketellichaam:
- een colli: gemonteerd ketellichaam met rookkast,
- een colli: mantel,
- een colli: bedieningspaneel.
2)
Met gedemonteerd ketellichaam:
- een colli: gedemonteerd ketellichaam, rookkast en
gasstraat
- een colli: mantel,
- een colli: bedieningspaneel.
De ketels worden geleverd om te werken op aardgas
van de groep G 20 - 20 mbar. Voor veranderen van
gas, zie hoofdstuk 4.4.
1 . 2 Richtlijnen en Normen
D
eze ketels hebben een CE-certificering overeenkomstig
de navolgende Europese richtlijnen:
- EN 656
- Gastoestellen
- Rendement
**
- Elektromagnetische compatibiliteit
volgens de normen EN 500 81-1, EN 500 82-1
- De ketels zijn van het type B11 (B11BS beschikbaar als
optie)
- Laagspanning"
- Toestellen onder druk
Zij zijn bestemd voor een gebruik met een verwarmingskring
met warm water met een maximale temperatuur van 110 °C
en een maximale druk van 5 bar.
" De firma BAXI kan geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor schade voortvloeiend uit
werkzaamheden die niet overeenkomen met de
instructies uit deze handleiding of uitgevoerd zijn
door een onbekwaam vakman".
De installatie en het onderhoud van het toestel moeten
uitgevoerd worden door een bekwaam vakman,
overeenkomstig de reglementaire teksten en de geldende
regelen der kunst waaronder o.a. de norm NBN D51 003.
Réf. : CH - 1075 - A - 1
1 . 3 Werkingsprincipe
Controlecyclus
Bij de inbedrijfstelling opent de ontstekingsklep (1) een
ontsteking (4) zorgt voor de automatische ontsteking van de
ontstekingsbrander (2) (intermitterende waakvlam) waarvan
de vlam bewaakt wordt door een ionisatie elektrode en die
blijft branden tijdens de inbedrijfstelling van de hoofdbrander
(5). Het geheel wordt bediend door middel van een
controlekastje dat toestemming geeft voor het openen van de
kleppen van de hoofdbrander (3).
Tijdens de afregeling worden de veiligheidsorganen
automatisch gecontroleerd voordat de hoofdbrander opnieuw
wordt ontstoken door een korte uitschakeling en het opnieuw
starten van de ontstekingsbrander.
90/396/EEG
92/42
89/336,
73/23
97/23/EEG
Werking:
- de hoofdklep omvat een verlaagde vlamgang (1
- de thermostaat van de ketel omvat twee vlamgangen (1
- wanneer de keteltemperatuur het richtpunt van de 2
2
GAS
1
3
4
in de fabriek afgesteld op 80% van de nominale trap (2
vlamgang).
vlamgang 80 % en 2
e
vlamgang 100 %)
bereikt, gaat de hoofdklep over op de verlaagde vlamgang.
Als de temperatuur het richtpunt van de 1
stopt de thermostaat de werking van de brander.
5
2
e
vlamgang),
e
e
e
vlamgang
e
vlamgang bereikt,
Advertenties
Inhoudsopgave
