Hoofdstuk 1
1
VOORDAT U DE MACHINE
GAAT GEBRUIKEN
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie, die moet worden gelezen voordat de machine wordt gebruikt.
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Buitenkant
Toevoer enkele bladen en omkeerfunctie
1
(RSPF) (optioneel)
Plaats de originelen die u wilt scannen met de
kopiezijde omhoog
hier. (p.23)
Documentdeksel (optioneel)
2
Plaats een origineel op de glasplaat en sluit het
documentdeksel voor het kopiëren begint.
Glasplaat
3
Plaats hier het origineel dat u wilt scannen met de
kopiezijde naar beneden. (p.22)
Aan-/uitschakelaar
4
Hierop drukken om het toestel aan en uit te zetten.
(p.13)
Handgrepen
5
Worden gebruikt bij het verplaatsen van de
machine.
Bedieningspaneel
6
Bevat bedieningstoetsen en het tiptoetsenpaneel.
(p.10)
Sorteerlade (bovenste lade) (optioneel)
7
Printafdrukken en ontvangen faxberichten komen
in deze lade terecht.
8
2
3
6
4
5
1
7
12
8
9
13
10
Middelste lade:
8
Kopieën komen in deze lade terecht.
Voorklep
9
Open deze klep om vastgelopen papier te
verwijderen en periodiek onderhoud uit te voeren.
(p.68)
Papierlades
10
Elke lade kan 500 vellen kopieerpapier bevatten.
(p.15)
Zijklep rechtsboven
11
Open deze klep om vastgelopen papier te
verwijderen wanneer er een optionele sorteerlade
of afwerkingeenheid geïnstalleerd is. (p.72)
Zijklep
12
Open deze klep om vastgelopen papier te
verwijderen (p.68)
Zijklep handgreep
13
Opentrekken om zijklep te openen. (p.68)
Papiergeleiders van de handinvoerlade
14
Pas deze aan de breedte van het papier aan.
(p.18)
11
14
15
16