4
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen. Als het onderwerp slecht
belicht is, kan de flitser opklappen
(0 72) en kan de AF-hulpverlichting
(0 136) gaan branden om hulp te
bieden bij de scherpstelbewerking.
Als de camera kan scherpstellen, wordt het
geselecteerde scherpstelveld groen
gemarkeerd en klinkt een signaal
z
(er klinkt mogelijk geen signaal als het
onderwerp beweegt).
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt
het scherpstelveld rood weergegeven.
Zie pagina 131.
5
Maak de foto.
Druk voorzichtig de ontspanknop
volledig in om de sluiter te ontspannen
en de foto vast te leggen. Het
toegangslampje van de geheugenkaart
brandt en de foto wordt enkele
seconden weergegeven in de monitor
(de foto verdwijnt automatisch uit de
schermweergave wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt).
Werp de geheugenkaart niet uit en
verwijder of ontkoppel niet de
voedingsbron voordat het lampje uit is en
de opname is voltooid.
22
Scherpstelveld
Toegangslampje
geheugenkaart