• Als de printer beide LAN-verbindingsopties ondersteunt, wordt de printer herkent als twee
printers en worden ze apart weergegeven. (Dezelfde nummers worden weergegeven op
Serienummer (laatste 5 cijfers) (Serial Number (Last 5 Digits)).)
• Als de printer bedraad LAN niet ondersteunt, wordt deze niet weergegeven.
• Indien u Wi-Fi Connection Assistant gebruikt op een computer die Wi-Fi niet ondersteunt, wordt
Wi-Fi niet weergegeven.
G: Configuratiemethode (Setting Method)
Hier wordt de configuratiemethode voor de printer weergegeven.
•
• Automatisch (Auto)
Wordt weergegeven als de printer wordt gebruikt via een automatisch opgegeven IP-adres.
• Handmatig (Manual)
•
Wordt weergegeven als de printer wordt gebruikt via een handmatig opgegeven IP-adres.
Opmerking
• Als USB is geselecteerd in het vervolgkeuzemenu op de werkbalk, wordt "-" weergegeven.
H: MAC-adres (MAC Address)
Hier wordt het MAC-adres van de gedetecteerde printer weergegeven.
Opmerking
• Als USB is geselecteerd in het vervolgkeuzemenu op de werkbalk, wordt "-" weergegeven.
I: Apparaatnaam (Device Name)
Geeft de apparaatnaam van de printer weer als deze is geregistreerd.
Opmerking
• Wanneer USB is geselecteerd in het vervolgkeuzemenu op de werkbalk, wordt er niets
weergegeven.
• Wanneer bij Status Vereist instelling (Requires Setup) wordt weergegeven, wordt de printer
niet weergegeven.
Printerinformatie toewijzen
J: IPv6
Aan (On) verschijnt als een IPv6-adres wordt toegewezen voor de printer.
Opmerking
• Als USB is geselecteerd in het vervolgkeuzemenu op de werkbalk, wordt "-" weergegeven.
•
K: Hierin worden de status van de printer en bedieningshandleidingen weergegeven.
Als u een printer selecteert in de printerlijst, worden de huidige status en de volgende actie
weergegeven.
De menu's in het venster Canon Wi-Fi Connection Assistant
In deze sectie worden de menu's in het venster Canon Wi-Fi Connection Assistant beschreven.
60