7.
7. Klik op OK
De printer drukt nu af met deze instellingen.
Belangrijk
• Wanneer u Altijd afdrukken met huidige instellingen (Always Print with Current Settings)
selecteert, worden de instellingen op de tabbladen Snel instellen (Quick Setup), Afdruk (Main)
en Pagina-instelling (Page Setup) opgeslagen, en die instellingen worden gebruikt bij de
daaropvolgende afdruktaken.
• Om
de huidige instellingen op te slaan
onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings).
Opmerking
• Als de papierinstellingen in het printerstuurprogramma verschillen van de papiergegevens die op de
printer zijn geregistreerd, kan er een fout optreden. Raadpleeg 'Papierinstellingen' voor instructies
voor wat u moet doen als er een fout optreedt.
Als u de huidige printerinstellingen wilt controleren of de printerinstellingen wilt toepassen op het
printerstuurprogramma, opent u het tabblad Snel instellen (Quick Setup), klikt u op Gegevens over
printermedia... (Printer Media Information...) en geeft u de instellingen op in het dialoogvenster dat
wordt weergegeven.
Voor informatie over de papiergegevens die op de printer moeten worden geregistreerd, raadpleegt u
het volgende:
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (mediumtype)
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (papierformaat)
De printerinstellingen controleren en instellingen toepassen op het
printerstuurprogramma
1.
1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
als een nieuwe voorinstelling, klikt u op Opslaan... (Save...)
219