9.
9. Selecteer OK.
Het invoerscherm voor de waarden voor het uitlijnen van de printkoppositie wordt weergegeven.
10.
10. Controleer de eerste controlerasters. Zoek in kolom A het raster met de minst
waarneembare strepen, selecteer het nummer van dat raster en druk vervolgens op de
knop OK.
Opmerking
•
• Als alle rasters er anders uitzien, kiest u het raster met de minst waarneembare verticale strepen.
Subtiele verticale strepen
Duidelijk zichtbare verticale strepen
•
• Als alle rasters er anders uitzien, kiest u het raster met de minst waarneembare horizontale
strepen.
Subtiele horizontale strepen
121