1. Stel de functieschakelaar in op de positie .
2. Breng de zwarte sondekabel in de negatieve COM‐aansluitklem en de rode sondekabel in een
van de volgende positieve aansluitklemmen:
A voor hoogspanningsmetingen.
mA voor laagspanningsmetingen.
3. Gebruik de
De
De
De indicator wordt weergegeven voor AC + DC‐metingen.
4. Sluit de sondekabels in serie op het gedeelte aan overeenkomstig Figuur 5.1.
5. Lees de stroomwaarde af op het display.
5.11 Uitgebreide functionaliteit
Naast de basis metingen kan de meter tevens op verschillende modi worden ingesteld voor een
uitgebreide functionaliteit.
5.11.1 De modus selecteren
De moduspictogrammen die voor het geselecteerde meettype gelden worden onderaan het
display weergegeven. Als een bepaalde modus actief is, wordt het overeenkomstig pictogram
in een kader weergegeven.
Figuur 5.2 Moduspictogrammen (AC‐spanningsmetingen): Piekmodus en Stille modus zijn
ingeschakeld.
Druk op de of knop om naar het gewenste moduspictogram te gaan. Het huidig
1.
gekozen pictogram knippert.
2. Druk op de
Gebruik de
3.
over de specifieke modus voor meer informatie.
4. Druk op de
5.11.2 VFD‐modus (alleen ACV en ACA)
In de VFD (variabele frequentieaandrijving) modus worden hoogfrequente geluiden uit de
spanningsmeting verwijderd met behulp van een laagdoorlaatfilter. De VFD‐modus is
beschikbaar tijdens het meten van AC‐spanning of AC‐stroom.
1. Selecteer
selecteren.
5.11.3 Piekmodus (alleen ACV en ACA)
In de Piekmodus legt de meter de positieve en negatieve piekwaarde vast en geeft deze
vervolgens weer. Deze waarden worden alleen bijgewerkt wanneer een hogere/lagere waarde
wordt geregistreerd.
FLIR DM92 GEBRUIKERSHANDLEIDING Document Identifier: DM92‐nl‐NL_AB
knop om AC, DC of AC + DC spanningsmeting te selecteren.
indicator wordt weergegeven voor AC‐metingen.
indicator wordt weergegeven voor DC‐metingen.
knop om de gekozen (knipperende) modus in te schakelen.
of
toets om de verschillende modusopties te doorlopen. Zie de sectie
knop om de gekozen (knipperende) modus uit te schakelen.
en schakel de VFD‐modus in zoals beschreven in de sectie 5.11.1 De modus
17