– Braam geheel van het snijvlak van de buis verwijderen.
– Uiteinde van de buis naar beneden richten, om te voorkomen, dat
spanen in de buis terecht komen.
1
Afb. 17 Ontbramen
[1]
Naar onderen gericht
[2]
Buis
[3]
Ruimer
3. Monteren van de flensmoer
– Op de buiteneenheid bevestigde flensmoeren afschroeven.
– Flensmoeren op de ontbraamde buis plaatsen.
– Na afsluiting van de installatiewerkzaamheden is het niet meer
mogelijk, de flensmoeren op de buizen te monteren.
1
Afb. 18 Monteren van de flensmoer
[1]
koperen leiding
[2]
Flensmoer
4. Maken van de buisverbindingen
– Buisverbindingen met behulp van het flensgereedschap voor met
koudemiddel R-410A gevulde installatie uitvoeren ( tab. 7).
– Koperen leiding in een rail (of vorm) zoals afgebeeld vast inspan-
nen ( tab. 7).
3
1
"A"
2
8
Afb. 19
[1]
Sjabloon
[2]
koperen leiding
[3]
Sjabloon
[4]
Greep
[5]
Opzetstuk
[6]
conus
[7]
Rode pijlmarkering
[8]
Instelgreep
ODU Split – 6 720 821 697 (2017/07)
2
3
6 720 813 707-16.1I
2
6 720 813 707-17.1I
4
5
6
7
6 720 813 707-18.1I
Buitendiameter
"A" ( afb. 19)
mm
inch
6,35
1/4
9,52
3/8
12,7
1/2
15,88
5/8
19,05
3/4
Tabel 7 Maken van de buisverbindingen
5. Aflezen
– Flensverbindingen met de afbeeldingen vergelijken ( afb. 20).
– Bij niet optimale uitvoering van de verbinding het geflensde deel
afzagen en de flens opnieuw maken.
1
2
4
Afb. 20
[1]
Rondom vlak
[2]
Binnenzijde glad zonder krassen
[3]
Verkeerde flensverbindingen
[4]
Rondom even lang
[5]
Schuin
[6]
Oppervlak beschadigd
[7]
Gescheurd
[8]
Dikte ongelijkmatig
Koudemiddelleiding
mm
Nm
1,1 ~ 1,3
18-24
1,5 ~ 1,7
34-41
1,6 ~ 1,8
54-64
1,6 ~ 1,8
65-80
1,9 ~ 2,1
98-118
3
6
5
7
8
6 720 813 707 19 1I
lb*ft
13-18
25-30
40-47
48-59
72-87
17