emulatie. Het nabootsen van een andere printertaal door
de printer. Bijvoorbeeld, PCL 5-emulatie is een imitatie
van de printertaal die wordt gebruikt door de
HP LaserJet printer.
Ethernet. Een netwerk met een bustopologie dat
gebruikmaakt van CSMA/CD (carrier sense multiple
access with collision detection). In een Ethernet-netwerk
kunnen de volgende drie bekabelingssystemen worden
gebruikt:
• Ethernet 10Base2 (met RG-58 coax)
• Ethernet 10BaseT (met twisted-pair
telefoonkabel)
• Ethernet 100BaseTX
externe netwerkadapter (ENA). Een LAN-apparaat,
bijvoorbeeld de Lexmark MarkNet XLe of MarkNet Pro,
dat extern op de printer wordt aangesloten en waarmee
diverse printers kunnen worden aangesloten op een
netwerk, zodat computers die tevoren alleen dienst deden
als speciale printerservers, weer kunnen worden gebruikt
als LAN-werkstations.
F
fabriekswaarde. Een printerinstelling die is gedefinieerd
in de fabriek.
Fastbytes-protocol. Een protocol voor parallelle printers,
waarmee de snelheid van de gegevensoverdracht naar
printers kan worden verhoogd.
faxontvanger. Een printerfunctie die mogelijk is als u een
Tri-port-adapter hebt geïnstalleerd. U kunt de seriële
poort instellen voor de ontvangst van faxen van een klasse
1-faxmodem.
firmware. Systeemsoftware van de printer in het ROM-
geheugen (Read-Only Memory) van de printer.
flash-geheugen. Geheugen om geladen lettertypen,
symbolensets of macro's permanent op te slaan.
253
Definities