Aanwijzingen met betrekking tot de elektroden
Let op
• Breng de elektroden niet op open delen van de huid aan.
• De maximaal aanbevolen uitgangswaarde voor elektroden
bedraagt 5 mA/cm
.
2
• Effectieve stroomdichtheden van meer dan 2 mA/cm
behoeven extra oplettendheid van de gebruiker.
Waarschuwing
Om schade aan de gezondheid te voorkomen, wordt het
gebruik van het apparaat in de volgende gevallen ten
zeerste afgeraden:
• Gebruik het apparaat niet wanneer u een pace-
maker of een ander implantaat, zoals een insu-
linepomp of een metalen implantaat, hebt.
• Bij hoge koorts (bijv. > 39 °C).
• Bij chronische of acute hartritmestoornissen (aritmieën)
en andere ritme- en geleidingsstoornissen van het hart.
• Bij toevallen (bijv. epilepsie).
• Tijdens de zwangerschap.
• Bij kanker.
• Na operaties waarbij versterkte spiersamentrekkingen het
genezingsproces kunnen verstoren.
• Op acuut of chronisch aangedane (verwonde of ontstoken)
huid, bijvoorbeeld bij pijnlijke en pijnloze ontstekingen,
rode plekken.
• Bij huiduitslag (bijvoorbeeld allergieën), brandwonden,
kneuzingen, zwellingen en open of genezende wonden.
• Op genezend littekenweefsel na operaties.
• Wanneer u tegelijkertijd bent aangesloten op een chirur-
gisch apparaat met hoge frequentie. In dat geval kan het
apparaat brandwonden veroorzaken onder de velden voor
de stroomprikkels.
2
• Onder invloed van pijnstillers, alcohol of slaapmiddelen.
• Tijdens werkzaamheden waarbij een onvoorspelbare
reactie (bijvoorbeeld versterkte spiersamentrekking
ondanks lage intensiteit) gevaar kan veroorzaken, bijvoor-
beeld tijdens het autorijden of het bedienen van een
machine.
• Op slapende personen.
• Gebruik dit apparaat niet tegelijk met andere apparaten
die elektrische impulsen aan uw lichaam afgeven.
• Het apparaat is geschikt voor privégebruik.
• Om hygiënische redenen mag de manchet slechts door
één persoon worden gebruikt.
• Voorkom dat metalen voorwerpen tijdens de stimulatie in
contact kunnen komen met de elektroden, omdat dit kan
leiden tot plaatselijke brandwonden.
• Bij acute of chronische aandoeningen aan het maag-
darmstelsel.
• Bij de aanwezigheid van metalen implantaten.
• Bij mensen die een insulinepomp dragen.
• In omgevingen met een hoge luchtvochtigheid, zoals in
badkamers of tijdens het nemen van een bad of tijdens
het douchen.
6