Stel de intensiteit zodanig in dat het gebruik aange-
naam blijft voor u.
Ongewenste impulswijzigingen voorkomen
Om te voorkomen dat de intensiteit tijdens het gebruik
per ongeluk wordt verhoogd, kunt u de toetsenblokkering
inschakelen. Druk daarvoor ongeveer 2 seconden op de
programmatoets P [3]. U hoort een geluidssignaal en het
symbool "
" wordt op het display [6] weergegeven.
Houd de toets P [3] ongeveer 2 seconden ingedrukt om de
toetsenblokkering weer te deactiveren.
Op onaangename gevoelens reageren
Als u steken voelt of als de huid begint te jeuken, moet u het
apparaat uitschakelen en als volgt te werk gaan:
• Controleer of de elektroden in orde zijn of misschien
defect zijn.
• Controleer of de ronde afdekking op de elektroden-
aansluitingen nog aanwezig is.
• Verwijder de manchet en bevochtig deze nog een keer
volledig.
• Let er bij het opnieuw omdoen op of er goed contact met
de huid wordt gemaakt en of de huid en de elektroden
goed bevochtigd zijn.
Pauze inlassen
Druk kort op de pauzetoets [1] als u tijdens een programma
een pauze wilt inlassen. U hoort een geluidssignaal en het
pauzesymbool "II" knippert op het display [6]. Druk nog een
keer op de toets [1] om het programma weer voort te zetten.
Contactherkenning
Als de elektroden geen contact met de huid maken, wordt de
intensiteit automatisch op nul gezet. Op die manier worden
ongewenste prikkels voorkomen. Als er geen contact met
de huid is, kunt u de intensiteit niet verhogen.
Geheugenfunctie
Het apparaat slaat het laatst ingestelde programma op.
Na het vervangen van de batterijen start het apparaat weer
met het eerste programma.
7. Reinigen en opbergen
Bedieningseenheid reinigen
Let op
Koppel de verbindingskabel los van de bedieningseenheid
en de manchet en verwijder de batterijen, voordat u met de
reiniging begint.
Reinig de bedieningseenheid na gebruik met een zachte,
licht vochtige doek. Bij ernstige verontreinigingen kunt u
de doek ook met mild zeepsop bevochtigen. Gebruik voor
de reiniging geen chemische reinigings- of schuur middelen.
Zorg ervoor dat er geen water in de bedieningseenheid
terechtkomt!
12