7.2.1 Hoogdoorlaatfilter
Gebruik deze regelaar om de frequentiedrempel van het hoogdoorlaatfilter in te stellen voor het geselecteerde
kanaal of de uitgangsbus. De drempelwaarde van het filter kan worden ingesteld van 24 Hz tot 1 kHz.
Wanneer de drempel op het laagste punt is ingesteld, is het filter uitgeschakeld. De helling van het
hoogdoorlaatfilter is -12 dB/8va.
Tip voor ervaren gebruikers: Een hoogdoorlaatfilter verzwakt alle frequenties onder de ingestelde drempel. Gebruik
het Fat Channel hoogdoorlaatfilter om ongewenste lage frequenties uit uw bronsignaal te verwijderen, in plaats van ze te EQ-en.
7.2.2 Noisegate
1. Aan/uit. Schakelt de Noise Gate in de signaalketen in of uit.
2. Drempel. Stelt het signaalniveau in dat de signalen die u wilt behouden, scheidt van de signalen die u wilt
verzwakken. Signalen onder dit niveau worden verzwakt volgens de instelling van de Range-parameter.
Signalen boven dit niveau passeren onaangetast.
3. Bereik. Stelt de hoeveelheid verzwakking in die op een signaal wordt toegepast wanneer het niveau onder de drempel daalt.
Lagere instellingen verlagen het signaalniveau verder, helemaal tot -ÿ, indien gewenst. Hogere instellingen trekken het signaal in
mindere mate naar beneden, waardoor ruis en andere hinderlijke signalen subtieler worden benadrukt (zonder een
7.2.1 Hoogdoorlaatfilter
71