microfoon. Kijk of de signaal-/clipindicator rood wordt en zet hem dan terug totdat de niveau-indicator alleen groen is.
9.1.2 Stap 2: De EQ en dynamiek instellen
Nadat u de ingangsversterking hebt ingesteld, kunt u uw kanaal-EQ gebruiken om uw bron vorm te geven. Hoe meer banden je EQ
biedt, des te meer controle je hebt, maar je voegt ook meer kans toe op onjuiste gain-staging, dus wees voorzichtig. Dit geldt ook voor
compressie.
Om de EQ in te stellen, moet u zowel het kanaal als de hoofdfaders op 0,0 dB instellen. (ook wel 'eenheid' genoemd.) Dit is alleen bedoeld
om het gewenste geluid in te voeren. Vervolgens kies je de mix.
Wanneer mensen nieuw zijn bij het gebruik van een equalizer, luisteren ze vaak naar wat er ontbreekt in hun bronsignaal en proberen dit
te versterken. Maar dat is niet altijd de beste oplossing. Soms werkt het het beste om de frequenties te verwijderen die de gewenste
frequenties overstemmen.
Dynamische processors kunnen in het begin moeilijk zijn om mee te werken, omdat ze zowel de versterking verminderen als versterken.
Laten we even naar een compressor kijken. Een compressor werkt door het dynamische bereik (en bij uitbreiding de versterking) van
een signaal te verlagen, maar geeft je ook een aanvullende versterkingsregelaar waarmee je een deel daarvan terug kunt krijgen. Als je
veel versterkingsreductie op een signaal toepast en het vervolgens te ver versterkt met de make-upversterking, kan je geluid heel snel
erg log worden. Net als bij een EQ comprimeert u een signaal slechts zo veel als nodig is (tenzij u het voor een creatief effect gebruikt),
en versterkt u het slechts zo ver als nodig is om het door uw mix te laten snijden.
9.1.2 Stap 2: De EQ en dynamiek instellen
Draai de encoderknop met de klok mee terwijl u in de stem spreekt
100