Algemene informatie over de Bediening
9
Algemene informatie over de Bediening
32
De Ultromat is voor de visualisatie van het besturingsproces uitgerust met
de KTP 400 bedieningseenheid. De besturing vindt plaats via het touch‐
screen en de 4 functietoetsen. De bedieningseenheid communiceert via
de PROFINET/ethernet-interface met de besturing S7-1200.
Zie de afbeelding van het bedieningsmenu voor de belangrijkste Ultromat-
functies. Waarschuwingen en storingsmeldingen worden weergegeven in
tekstvorm en opgeslagen in een archief. Max. 100 tekstmeldingen kunnen
worden opgeroepen.
Het invoeren van besturingsparameters en het uitvoeren van de kalibratie,
evenals de overige bedieningsfuncties, kunnen door het oproepen van
bedieningsschermen intuïtief plaatsvinden.
Voor de bediening van de Ultromat volstaat een korte instructie. Lees
eerst de bedieningshandleiding aandachtig door.
De bediening van de installatie in de handmodus is alleen toegestaan voor
ervaren servicemonteurs. Om bedieningsfouten te voorkomen, is een
grondige kennis van het besturingsproces zeer belangrijk.
Alarmmeldingen worden door de Ultromat akoestisch en visueel weerge‐
geven door een ingebouwde claxon en een alarmlamp. De claxon kan
direct worden gedeactiveerd door het indrukken van de resettoets
paneel. Het claxonsignaal wordt gedeactiveerd, maar het alarm blijft actief
totdat de storing is verholpen en de resettoets
drukt.
Modus
Afb. 12: Bedieningsmenu
[F4] opnieuw wordt inge‐
Installatie auto
Menu
Menu
Archief
Reset
[F4]
A0831