6. Bevestig de machine op het laadvlak van de vrachtwagen door
middel van de daarvoor bestemde bevestigingspunten (afbeelding
12).
Opgelet! Als de hoogwerker op een vrachtwagen wordt geladen,
moet ze op het laadvlak worden bevestigd met behulp van de
bevestigingspunten op het onderstel en op de stempelpoten.
Houd de machine tijdens het vervoer uitgeschakeld.
4.4
Procedures voor het gebruik van de
hoogwerker
De onderstaande procedures moeten nauwgezet en op volgorde
in acht worden genomen.
In geval van hoogwerker in de full lithiumversie, moet
voorafgaand aan de start van de werkzaamheden het laadniveau
van de accu gecontroleerd worden. Het laadniveau moet ten
minste 75% bedragen, anders wordt aangeraden om de accu
eerst op te laden voordat u begint te werken.
4.4.1
Plaatsing in het werkgebied
1. Start de verbrandingsmotor of de elektrische motor* met de
bedieningselementen voor starten op de toren (Afbeelding 4) of in
de korf (Afbeelding 9).
2. Als gekozen wordt voor het gebruik van de elektrische motor:
o sluit
de
230
V-stekker
elektriciteitsbron.
o verplaats de keuzeschakelaar 7 naar links (Afbeelding 9)
o start de motor door middel van de startknop SM op het kastje
van de toren (Afbeelding 4).
MAN.161 Rev.7 FIA - Handleiding voor gebruik en onderhoud S15
aan
op
de
dichtstbijzijnde
www.duma-rent.com
C.M.C.
verplicht
voor
draadafstandsbediening om maximale zekerheid te garanderen.
3. Identificeer, als de machine klaar is voor het rijden of de stabilisatie,
het gebied (werkgebied) zo dicht mogelijk bij de te bereiken plaats
en bereik dit door te rijden op de rupsbanden door middel van de
joysticks voor rijden J1 en J2 (Afbeelding 7).
4. Let op dat de maximale grenswaarden voor helling van de machine
niet worden overschreden: 14° (25%) in de lengterichting en 10°
(18%) in de dwarsrichting.
Afbeelding 15: maximaal toelaatbare hellingen tijdens rijden.
5. Verzeker u ervan dat de bodem geschikt is voor de op de
stempelpoten aangegeven belasting en dat er op het contactpunt
van de platen van de stempelpoten met de grond geen sprake is van
putdeksels, dekvloeren of andere niet-stevige structuren.
Als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, is het strikt
verboden om de hoogwerker te gebruiken.
6. Plaats de hoogwerker op de gekozen plek;
7. Baken het werkgebied af met geschikte signalen (wit-rood afzetlint,
wit-rode afzetkettingen, wit-rode verkeerskegels, enz.).
Tijdens het rijden moet een veilige afstand tot de hoogwerker
van ten minste 4 meter in acht worden genomen.
het
rijden
het
gebruik
van
22 van 71
pag.
de