34
nl | Alarm
7
Alarm
7.1
Alarm Connections (Alarmverbindingen)
U kunt kiezen hoe de camera reageert op een alarm. Bij een alarm kan de server automatisch
een verbinding tot stand brengen met een vooraf ingesteld IP-adres. U kunt maximaal tien IP-
adressen invoeren waarmee de camera in het geval van een alarm één voor één verbinding
probeert te maken, totdat er een verbinding tot stand is gebracht.
Verbinden bij alarm
Selecteer Aan, zodat de encoder bij een alarm automatisch verbinding maakt met een vooraf
ingesteld IP-adres.
Door het instellen van Volgt ingang 1 handhaaft de unit de verbinding die automatisch tot
stand is gebracht zolang er een alarm op alarmingang 1 bestaat.
Aanwijzing!
In de standaardinstelling wordt Stream 2 verzonden voor alarmverbindingen. Houd hier
rekening mee wanneer u het profiel toewijst (zie Fabrieksinstellingen).
Aantal doel-IP-adressen
Geef de nummers van de IP-adressen op waarmee contact moet worden gemaakt in geval van
een alarm. Het systeem maakt een voor een contact met deze externe posten, totdat er een
verbinding tot stand is gebracht.
Doel-IP-adres
Voer voor elk nummer het corresponderende IP-adres voor het gewenste externe station in.
Doelwachtwoord
Als de externe bedienpost is beveiligd met een wachtwoord, voert u dit wachtwoord hier in.
Op deze pagina kunt u maximaal tien doel-IP-adressen en tien wachtwoorden opslaan voor de
verbinding met externe bedienposten. Indien meer dan tien verbindingen met externe
bedienposten nodig zijn, bijvoorbeeld wanneer er verbindingen worden geïnitialiseerd door
een besturingssysteem (bijv. VIDOS of Bosch Video Management System) dat zich hoger in de
hiërarchie bevindt, kunt u hier een algemeen wachtwoord opslaan. De camera kan met dit
algemene wachtwoord verbindingen tot stand brengen met alle externe bedienposten die met
dit wachtwoord zijn beveiligd. Ga in dat geval als volgt te werk:
1.
2.
3.
4.
Aanwijzing!
Als u het doel-IP-adres 0.0.0.0 gebruikt voor doel 10 zal dit adres niet langer worden gebruikt
voor de tiende poging om een automatische verbinding te maken in het geval van een alarm.
De parameter wordt dan uitsluitend gebruikt om het algemene wachtwoord op te slaan.
Videotransmissie
Als het apparaat achter een firewall wordt gebruikt, dient TCP (HTTP-poort) te worden
geselecteerd als transmissieprotocol. Selecteer UDP voor gebruik in een lokaal netwerk.
2015.09 | 1.3 |
Selecteer 10 in de keuzelijst Nummer van doel-IP-adres.
Typ het adres 0.0.0.0 in het veld Doel-IP-adres.
Voer het door u gekozen wachtwoord in het veld Doelwachtwoord in.
Stel dit wachtwoord in als user-wachtwoord voor alle externe bedienposten waarmee een
verbinding mogelijk moet zijn.
Operation Manual
AUTODOME IP 4000 HD, AUTODOME
IP 5000 HD, AUTODOME IP 5000 IR
Bosch Security Systems