Inhoudsopgave
Advertenties
Problemen oplossen aan de hand van de foutcode
Codenr.
Omschrijving
01
Probleem met externe omgevingsluchtsensor
02
Probleem met koelsensor (aan inlaat)
06
Probleem met koelsensor (aan uitlaat)
08
Probleem met boilersensor
16
Problemen met sensoren
17
Probleem met waterinlaatsensor
18
Probleem met wateruitlaatsensor
19
Probleem met tussenliggende watersensor
Afstandsbediening communiceert
03
niet goed met de eenheid.
05
Assemblage 2 van de hoofdprintplaat
communiceert niet goed met assemblage 1
van de printplaat.
53
09
Storing van printplaatprogramma (EEPROM)
14
Probleem met stroomschakelaar
15
Waterleiding oververhit
20
Thermische zekering is beschadigd
Controlepunten, onderhoud en problemen oplossen
Oorzaak
• De sensor is onjuist
aangesloten op de printplaat.
• Storing van printplaat
• Sensorstoring
• De sensor is onjuist
aangesloten op de printplaat.
• Storing van printplaat
•Sensorstoring
• De overdrachtaansluiting is los.
• De bekabeling is onjuist
aangesloten.
• De communicatielijn is
gebroken.
• Assemblage 2 van de
hoofdprintplaat werkt niet naar
behoren.
• Assemblage 1 van de
hoofdprintplaat werkt niet naar
behoren.
• Elektrische of mechanische
schade in EEPROM
• De stroomschakelaar is
geopend terwijl de interne
waterpomp actief is.
• De stroomschakelaar is
gesloten terwijl de interne
waterpomp niet actief is.
• De stroomschakelaar is
gesloten terwijl DIP-switch 5 op
assemblage 1 van de
hoofdprintplaat op ON (AAN) is
ingesteld.
• Elektrisch verwarmingselement
werkt niet naar behoren.
• De temperatuur van het
uitlaatwater is hoger dan 75 °C.
• De thermische zekering is
doorgebrand omdat het interne
elektrische
verwarmingselement abnormaal
warm is geworden.
• Mechanische fout in thermische
zekering
• Kabel is beschadigd.
Normale werking
• Weerstand: 10.000 ohm bij 25 graden
Celsius.(niet aangesloten)
→ voor externe omgevingsluchtsensor.
• Weerstand: 5000 ohm bij 25 graden
Celsius.(niet aangesloten)
→ voor alle andere sensoren BEHALVE de
omgevingsluchtsensor.
• Voltage: 2,5 VDC bij 25 graden Celsius.
(aangesloten) (voor alle sensoren)
• Raadpleeg de tabel om de weerstand bij
andere temperaturen op te zoeken.
• De bekabeling tussen de
afstandsbediening en assemblage 1 van
de hoofdprintplaat moet goed vastzitten.
• Het uitvoervoltage van de printplaat moet
12 VDC zijn.
• De bekabeling tussen de
afstandsbediening en assemblage 1 van
de hoofdprintplaat moet goed vastzitten.
• Deze fout is niet toegestaan.
• De stroomschakelaar is gesloten terwijl
DIP-switch 5 op assemblage 1 van de
hoofdprintplaat op ON (AAN) is ingesteld.
• De stroomschakelaar moet zijn geopend
als de interne waterpomp niet actief is.
• Als er geen probleem is met elektrisch
verwarmingselement, is de temperatuur
van het uitlaatwater mogelijk hoger dan
75 °C.
• Deze fout treedt niet op als de temperatuur
van de behuizing voor het elektrisch
verwarmingselement lager is dan 90 °C.
Installatiehandleiding 71
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
