Inhoudsopgave
Advertenties
Temperatuurregelparameters instellen en overige
• Functiecode 21: temperatuur instellen voor in-/uitschakeling van elektrisch verwarmingselement
Met capaciteit van stap 1 van elektrisch verwarmingselement: als DIP-switch 6 en 7 zijn ingesteld
op OFF-ON (UIT-AAN).
- Waarde 1: buitenluchttemperatuur waarbij capaciteit van stap 1 van elektrisch
verwarmingselement in werking treedt.
- Waarde 2: niet gebruikt.
- Voorbeeld: als waarde 1 is ingesteld op -1 en DIP-switch 6
en 7 zijn ingesteld op OFF-ON (UIT-AAN), treedt de capaciteit van stap 1 van het elektrisch
verwarmingselement in werking als de buitenluchttemperatuur lager is dan -1 °C en de temperatuur
van het uitlaatwater of de omgevingslucht flink lager is dan de doeltemperatuur van het uitlaatwater
of de omgevingslucht.
Met capaciteit van stap 2 van elektrisch verwarmingselement: als DIP-switch 6 en 7 zijn ingesteld
op OFF-OFF (UIT-UIT).
- Waarde 1: basistemperatuur buitenlucht.
- Waarde 2: niet gebruikt.
- Voorbeeld: als waarde 1 is ingesteld op -1 en DIP-switch 6
en 7 zijn ingesteld op OFF-OFF (UIT-UIT), treedt de capaciteit van stap 2 van het elektrisch
verwarmingselement in werking als de buitenluchttemperatuur lager is dan -1 °C en de
temperatuur van het uitlaatwater of de omgevingslucht flink lager is dan de doeltemperatuur van
het uitlaatwater of de omgevingslucht.
• Functiecode 22: drempeltemperatuur instellen voor de koelfunctie (inclusief instelling
ventilatorluchtkoeler)
Bepaalt de uitlaatwatertemperatuur als de eenheid is uitgeschakeld.
Deze code wordt gebruikt ter voorkoming van grondcondensatie tijdens de koelfunctie.
- Waarde 1: drempeltemperatuur. Waarde 1 is geldig als waarde 2 is ingesteld op 01 (d.w.z.
ventilatorluchtkoeler is geplaatst).
- Waarde 2: bepaalt of de ventilatorluchtkoeler is geplaatst. 01 betekent dat de ventilatorluchtkoeler
niet is geplaatst en 00 betekent dat de ventilatorluchtkoeler is geplaatst.
- Voorbeeld: als waarde 1 is ingesteld op 10 en waarde 2 is ingesteld op 01 terwijl de
ventilatorluchtkoeler NIET in het watercircuit is geplaatst, schakelt de eenheid de
koelmoduswerking uit wanneer de temperatuur van het uitlaatwater lager is dan 10 °C.
- Voorbeeld: als waarde 1 is ingesteld op 10 en waarde 2 is ingesteld op 00 terwijl in het
watercircuit wel een ventilatorluchtkoeler is geplaatst, wordt waarde 1 niet gebruikt en schakelt de
eenheid NIET uit in de koelfunctie wanneer de temperatuur van het uitlaatwater lager is dan
10 °C.
OPMERKING
Plaatsing ventilatorluchtkoeler
• Als een ventilatorluchtkoeler wordt gebruikt, moet de bijbehorende tweewegklep zijn aangebracht
en aangesloten op assemblage 1 van de hoofdprintplaat.
• Als waarde 2 is ingesteld op 00 maar de ventilatorluchtklep of de tweewegklep NIET is geplaatst,
kan de eenheid storingen vertonen..
• Functiecodes 23 en 24: weersafhankelijke werking instellen
Systeem instellen
Installatiehandleiding 61
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
