Aan de slag — 23 Wat zit er in de doos - 2 6.2 Kanaalstrip — 24 Transportcontroles — 24 Wat staat er in uw Mijn PreSonus-account — 3 6.4 De Sessienavigator — 25 Firmware-updates — 3 6.5 Automatiseringscontroles — 26 Studio Eén —...
Wij waarderen de steun die u ons heeft gegeven bij de aankoop van dit product en zijn ervan overtuigd dat u veel plezier zult hebben van uw FaderPort! Over deze handleiding: Wij raden u aan deze handleiding te gebruiken om vertrouwd te raken met de functies, toepassingen en correcte verbindingsprocedures voor uw FaderPort voordat u deze op uw computer probeert aan te sluiten.
FaderPort hebt geregistreerd. Let op: Op het moment van publicatie van deze handleiding is een firmware-update vereist voor volledige functionaliteit van uw FaderPort. U moet Universal Control downloaden en installeren en de firmware-update op uw apparaat uitvoeren.
Pagina 6
Aan het einde van de firmware-update wordt u gevraagd uw FaderPort opnieuw op te starten. Nadat u opnieuw bent opgestart, moet uw FaderPort-fader mogelijk opnieuw worden gekalibreerd. Dit is een geautomatiseerd proces. Interfereer of onderbreek het faderkalibratieproces niet.
Studio Eén apparaatconfiguratie vereist. Als u de bedieningsmodus van de FaderPort hebt gewijzigd en deze weer wilt gebruiken met Studio One, houdt u de NEXT-knop ingedrukt terwijl u uw FaderPort aanzet, en drukt u vervolgens op de Solo-knop om Studio One in te schakelen.
3. Klik in de fabrikantenlijst aan de linkerkant op PreSonus en selecteer vervolgens FaderPort (2018). Let op: De originele FaderPort gebruikt een andere mapping dan zijn opvolger. Voor de juiste functionaliteit moet u FaderPort (2018) selecteren. 4. Stel de velden Verzenden naar en Ontvangen van in op “PreSonus FP2”...
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio Eén 2 2.2 Kanaalstrip Gebruikershandleiding Kanaalstrook 1. Bewapenen. Als u op de Arm-knop drukt, kunt u de track inschakelen voor opname door op de Select-knop van de overeenkomstige track te drukken. Druk met SHIFT om alle tracks in te schakelen voor opname.
Zie paragraaf 2.4.1 voor details. 5. Kanaal. Encoder regelt het scrollen van individuele kanalen. Navigatie knoppen Pas de momenteel zichtbare faderbank op de FaderPort met één kanaal aan. Druk op SHIFT + Channel om de kanaalregelaars op de momenteel geselecteerde track te vergrendelen.
• F3. Mixer openen • F4. Open browser Tip voor ervaren gebruikers: De standaardtoewijzingen voor de functieknoppen kunnen worden aangepast met behulp van de FaderPort-apparaateditor. Zie paragraaf 2.6 voor meer informatie. Automatiseringscontroles 1. Aanraken / Vergrendelen. Schakelt Touch Automation in op de huidige geselecteerde nummer.
USB-poort op uw computer. Er is geen verdere installatie nodig. Nadat u uw FaderPort op uw computer en de voeding hebt aangesloten, schakelt u deze in en start u Pro Tools om de FaderPort als HUI-apparaat in te stellen.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Pro Tools (HUI) 3 3.2 Kanaalstrip Gebruikershandleiding Kanaalstrook 1. Bewapenen. Door op de Arm-knop te drukken, kunt u de momenteel geselecteerde track inschakelen voor opname. Druk met SHIFT om alle tracks in te schakelen voor opname. 2. Dempen. Dempt het uitgangssignaal van het corresponderende kanaal.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Pro Tools (HUI) Gebruikershandleiding 3.4 De Sessienavigator De Sessienavigator De Session Navigator biedt snelle navigatie en sessiebediening. Elke knop verandert de functies van de drukknop-encoder en de knoppen Volgende en Vorige aan beide kanten. Als u op SHIFT + Prev drukt, wordt de laatste actie ongedaan gemaakt. Als u op SHIFT + Next drukt, wordt de laatste actie opnieuw uitgevoerd.
Standaard bevindt de FaderPort zich in de Studio One-bedieningsmodus. Om over te Logica (MCU) schakelen naar de logische werking, houdt u de NEXT-knop ingedrukt terwijl u uw FaderPort inschakelt, en drukt u vervolgens op de Mute-knop om de logische (MCU)-bediening in te schakelen.
Pagina 16
6. Klik op Toevoegen. 7. Klik met de rechtermuisknop op het Mackie-besturingselement in de Control Surface Setup en selecteer Show/Hide Inspector. 8. Stel in de Inspector de invoer- en uitvoerpoorten in op 'PreSonus FP2'. Uw FaderPort is nu klaar voor gebruik. Genieten!
4 Logica (MCU) FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 4.2 Kanaalstrip Gebruikershandleiding Kanaalstrook 1. Bewapenen. Door op de Arm-knop te drukken, kunt u de momenteel geselecteerde track inschakelen voor opname. Druk met SHIFT om alle tracks in te schakelen voor opname. 2. Dempen. Dempt het uitgangssignaal van het corresponderende kanaal.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Logica (MCU) 4.4 De Sessienavigator Gebruikershandleiding 5. Snel vooruitspoelen. Houd ingedrukt om de cursor vooruit door de tijdlijn te verplaatsen. Herhaaldelijk indrukken zal de snelheid verhogen. 6. Opnemen. Start de opname op de huidige afspeelcursorpositie voor tracks die geschikt zijn voor opnemen.
4 Logica (MCU) FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 4.5 Automatiseringsbesturingen Gebruikershandleiding Automatiseringscontroles 1. Aanraken / Vergrendelen. Schakelt Touch Automation in op de huidige geselecteerde nummer. Druk tegelijkertijd op de SHIFT- en Touch-knoppen om Latch Automation in te schakelen op de momenteel geselecteerde track.
Nadat u uw FaderPort op uw computer en de voeding hebt aangesloten, schakelt u deze in en start u Cubase of Nuendo om de FaderPort in te stellen als een Mackie Control Universal-apparaat. 1. Ga naar Studio | Studio-opstelling.
Pagina 21
Cubase / Nuendo (MCU) Aan de slag Gebruikershandleiding 4. Stel de MIDI-invoer en -uitvoer in op 'PreSonus FP2'. 5. Klik op ‘Toepassen’. 6. Selecteer MIDI Port Setup, zorg ervoor dat het vakje ‘In All MIDI’ niet is aangevinkt en klik vervolgens op ‘OK’.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Cubase / Nuendo (MCU) 5 5.2 Kanaalstrip Gebruikershandleiding Kanaalstrook 1. Bewapenen. Door op de Arm-knop te drukken, kunt u de momenteel geselecteerde track inschakelen voor opname. Druk met SHIFT om alle tracks in te schakelen voor opname.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Cubase / Nuendo (MCU) Gebruikershandleiding 5.4 De Sessienavigator De Sessienavigator De Session Navigator biedt snelle navigatie en sessiebediening. Elke knop verandert de functies van de drukknop-encoder en de knoppen Volgende en Vorige aan beide kanten. Als u op SHIFT + Prev drukt, wordt de laatste actie ongedaan gemaakt. Als u op SHIFT + Next drukt, wordt de laatste actie opnieuw uitgevoerd.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Cubase / Nuendo (MCU) 5 5.5 Automatiseringsbesturingen Gebruikershandleiding Automatiseringscontroles 1. Aanraken / Vergrendelen. Druk op Aanraken om de dialoogprompt in Cubase te openen en terug te keren naar de laatst opgeslagen versie van uw sessie. 2. Schrijven / bijsnijden. Schakelt schrijfautomatisering in op het momenteel geselecteerde nummer.
Er is geen verdere installatie nodig. Zodra u uw FaderPort op uw computer en de voeding hebt aangesloten, schakelt u deze in en start u Live om de FaderPort in te stellen als een Mackie Control Universal-apparaat. 1. Ga naar Live | Voorkeuren 2.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 6 live (MCU) 6.2 Kanaalstrip Gebruikershandleiding Kanaalstrook 1. Bewapenen. Door op de Arm-knop te drukken, kunt u de momenteel geselecteerde track inschakelen. Druk met SHIFT om de momenteel gefocuste trackbank in te schakelen voor opname. 2. Dempen. Dempt het uitgangssignaal van het corresponderende kanaal.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Live (MCU) 6.4 De Sessienavigator Gebruikershandleiding De Sessienavigator De Session Navigator biedt snelle navigatie en sessiebediening. Elke knop verandert de functies van de drukknop-encoder en de knoppen Volgende en Vorige aan beide kanten. Als u op SHIFT + Prev drukt, wordt de laatste actie ongedaan gemaakt. Als u op SHIFT + Next drukt, wordt de laatste actie opnieuw uitgevoerd.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 6 live (MCU) 6.5 Automatiseringsbesturingen Gebruikershandleiding Automatiseringscontroles 1. Aanraken / Vergrendelen. Druk hierop om browser te tonen/verbergen. 2. Schrijven / bijsnijden. Druk hierop om tussen Clip- en Apparaatweergaven te schakelen. 3. Lezen / Uit. Druk hierop om tussen sessie- en arrangementweergaven te schakelen.
Om Studio One Artist te installeren, logt u in op uw Mijn PreSonus-account en registreert u uw FaderPort. Uw productsleutel voor Studio One Artist wordt automatisch geregistreerd op uw Mijn PreSonus-account, samen met uw hardwareregistratie.
PreSonus Marketplace. Studio Eén opzetten Studio One Artist is ontworpen om met PreSonus-interfaces te werken en biedt unieke interoperabiliteit en vereenvoudigde installatie. Wanneer Studio One Artist wordt gestart, wordt u standaard naar de startpagina geleid. Op deze pagina vindt u...
In het midden van de startpagina ziet u het gebied Instellingen. Studio One Artist scant uw systeem automatisch op alle beschikbare stuurprogramma's en selecteert een stuurprogramma. Standaard zal het een PreSonus-stuurprogramma kiezen als er een beschikbaar is. 1. Klik op de link Audio-interface configureren om uw audio-interfacestuurprogramma te selecteren.
U kunt uw FaderPort instellen vanuit het gebied Instellingen op de startpagina. Voordat u begint, zorgt u ervoor dat uw FaderPort is aangesloten op een van de USB- poorten van uw computer, is ingeschakeld en is ingesteld op Studio One-modus.
Pagina 33
Studio One Artist-snelstart 7 7.2 Gebruikershandleiding Studio Eén opzetten 3. Klik in het menu aan de linkerkant op de PreSonus-map en selecteer “FaderPort (2018).” 4. Selecteer in de vervolgkeuzemenu's Ontvangen van en Verzenden naar 'PreSonus FP2'. 5. Klik op “OK.”...
Pagina 34
Zorg ervoor dat u de MIDI Out van uw externe MIDI-controller hebt aangesloten op een MIDI In op uw PreSonus-audio-interface (indien beschikbaar) of een andere MIDI-interface. Als u een USB MIDI-controller gebruikt, sluit u deze aan op uw computer en zet u deze aan.
Pagina 35
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 7 7.2 Studio Eén opzetten Gebruikershandleiding 4. U moet specificeren welke MIDI-kanalen zullen worden gebruikt om met dit keyboard te communiceren. Voor de meeste doeleinden dient u alle MIDI-kanalen te selecteren. Als u niet zeker weet welke MIDI-kanalen u moet kiezen, selecteert u ze alle 16.
Pagina 36
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 7 7.2 Studio Eén opzetten Gebruikershandleiding 2. Selecteer uw apparaat in het menu aan de linkerkant. Als uw apparaat niet in de lijst staat, selecteert u Nieuw instrument. Op dit punt kunt u de naam van uw toetsenbord aanpassen door de fabrikant en de apparaatnaam in te voeren.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 7 7.3 Een nieuw nummer creëren Gebruikershandleiding Een nieuw nummer creëren Nu u uw audio- en MIDI-apparaten heeft geconfigureerd, gaan we een nieuwe song maken. We beginnen met het instellen van uw standaard audio-I/O.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 7 7.3 Een nieuw nummer creëren Gebruikershandleiding 7.3.1 Uw audio-I/O configureren 1. Klik op Nummer | Song Setup om uw samplefrequentie en resolutie in te stellen en uw audio-I/O te configureren. 2. Klik op het tabblad Audio I/O-instellingen.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 7 7.3 Een nieuw nummer creëren Gebruikershandleiding 4. Klik op de tabbladen Uitgangen om een of alle uitgangen op uw audio-interface in te schakelen. In de rechter benedenhoek zie je het Audition Select-menu. Hiermee kunt u de uitvoer kiezen waarvan u audiobestanden wilt beluisteren voordat u ze in Studio One Artist importeert.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 7 7.3 Een nieuw nummer creëren Gebruikershandleiding Audio. Gebruik dit tracktype om audiobestanden op te nemen en af te spelen. Instrument. Gebruik deze track om MIDI-data op te nemen en af te spelen om externe MIDI-apparaten of plug-ins voor virtuele instrumenten te besturen.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 7 7.3 Een nieuw nummer creëren Gebruikershandleiding 7.3.4 Virtuele instrumenten en effecten toevoegen U kunt plug-ins en instrumenten aan uw song toevoegen door ze vanuit de browser te slepen en neer te zetten. Je kunt ook een effect of een groep effecten van het ene kanaal naar het andere slepen, aangepaste effectketens slepen en direct je favoriete voorinstelling voor virtuele instrumenten laden zonder ooit door een menu te scrollen.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 7 7.3 Een nieuw nummer creëren Gebruikershandleiding Drag-and-drop audio- en MIDI-bestanden Audio- en MIDI-bestanden kunnen snel worden gevonden, beluisterd en geïmporteerd in uw song door ze vanuit de bestandsbrowser naar de Arrange-weergave te slepen.
DAW wordt vermeld, moet u dit als volgt configureren: Anderen Studio One: Als “FaderPort FP2” of “FaderPort (2018)” door uw DAW als ondersteund apparaat wordt vermeld, is het in uw toepassing geïntegreerd met behulp van het eigen Studio One-protocol.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Bijlage 8 8.2 FaderPort Multichannel Controller MIDI-protocol Gebruikershandleiding 8.2.2 Fader Gebruik een MIDI pitch bend-bericht om faderbewegingen te verzenden en faderposities te ontvangen. Kanaal 0 wordt gebruikt om de fader aan te spreken. Faders Ontvangen E0, ll, hh...
Pagina 45
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Bijlage 8 8.2 FaderPort Multichannel Controller MIDI-protocol Gebruikershandleiding Sessie-navigator Knooplabel LED-type ID (hexadecimaal) Vorige n.v.t Push-encoder voor sessienavigator Volgende Koppeling Kanaal Meester Klik Sectie Markeerstift Automatisering Knooplabel LED-type ID (hexadecimaal) Lezen Schrijven Aanraken Vervoer Knooplabel LED-type ID (hexadecimaal)